Translation of "Altijd" in Turkish

0.010 sec.

Examples of using "Altijd" in a sentence and their turkish translations:

Altijd.

- Her zaman.
- Daima.

Bijna altijd.

Neredeyse her zaman.

Altijd geopend.

Her zaman açık.

- Je vergeet het altijd.
- U vergeet het altijd.
- Jullie vergeten het altijd.

Her zaman unutuyorsun.

- Zijn kleren stinken altijd.
- Zijn kleren ruiken altijd slecht.
- Zijn kleding stinkt altijd.
- Uw kleding stinkt altijd.

Onun elbiseleri her zaman kötü kokar.

- Zijn kleren stinken altijd.
- Zijn kleren ruiken altijd slecht.
- Zijn kleding stinkt altijd.

Onun elbiseleri her zaman kötü kokar.

- Zij heeft altijd angst.
- Ze is altijd bang.

O her zaman korkar.

- Hij heeft altijd angst.
- Hij is altijd bang.

O hep korkar.

- Ik ben altijd blij.
- Ik ben altijd gelukkig.

Ben her zaman mutluyum.

- We hebben altijd opties.
- We hebben altijd keuzes.

Bizim her zaman seçeneklerimiz var.

- Tom is hier altijd.
- Tom is er altijd.

Tom her zaman burada.

- Tom is altijd nerveus.
- Tom is altijd zenuwachtig.

- Tom her zaman gergin.
- Tom hep gergindir.

- Winnen is altijd fijn.
- Winnen is altijd leuk.

Kazanmak her zaman güzel.

- Waarom vechten jullie altijd?
- Waarom bekvechten jullie altijd?

Neden siz hep kavga ediyorsunuz?

- Ze gelooft mij altijd.
- Hij gelooft me altijd.

O, bana her zaman inanır.

Niet altijd eenvoudig.

Her zaman kolay değil.

Ze rookt altijd.

O her zaman sigara içiyor.

Stimuli helpen altijd.

Teşvikler her zaman yardımcı olur.

Dat helpt altijd.

Onun her zaman yararı olur.

Ze spijbelen altijd.

Onlar her zaman okulu atlarlar.

Ze klagen altijd.

Onlar her zaman şikâyet ederler.

Tom werkt altijd.

Tom her zaman çalışıyor.

Ze lacht altijd.

O sürekli gülüyor.

Jij zingt altijd.

Her zaman şarkı söylüyorsun.

Ze glimlacht altijd.

O her zaman gülümsüyor.

Fred liegt altijd.

Fred sürekli yalan söyler.

Waarom ik altijd?

- Niye her zaman ben?
- Niye hep ben?

Hij glimlacht altijd.

O her zaman gülümsüyor.

Hij verliest altijd.

Hep kaybediyor.

- Hij is altijd op tijd.
- Hij is altijd punctueel.

O her zaman dakiktir.

- Je staart altijd.
- Je bent altijd aan het staren.

Her zaman bakıyorsun.

- Ze rookt altijd.
- Ze is altijd aan het roken.

O her zaman sigara içiyor.

- Je liegt altijd tegen me.
- U liegt altijd tegen me.
- Jullie liegen altijd tegen me.

- Bana her zaman yalan söylüyorsun.
- Bana yalan söyleyip duruyorsun.

- Bent u nog altijd gehuwd?
- Ben je nog altijd gehuwd?

Hâlâ evli misin?

- Dat is altijd zo geweest.
- Zo is dit altijd geweest.

Bu her zaman bu şekilde olmuştur.

- Hij kijkt altijd naar u.
- Hij kijkt altijd naar jullie.

O, her zaman size bakıyor.

- Ik houd altijd mijn woord.
- Ik hou altijd mijn woord.

Ben her zaman sözümü tutarım.

Simpel. Niet altijd eenvoudig.

Basit! Her zaman kolay değil.

altijd bezorgd om voedsel

sürekli yiyecek,

Bloemen zijn altijd welkom.

Çiçekler her zaman kabul edilebilir.

Vuur is altijd gevaarlijk.

Ateş her zaman tehlikelidir.

Tom kijkt altijd tv.

Tom her zaman televizyon izliyor.

Ze gelooft mij altijd.

O, bana her zaman inanır.

Hij werkt altijd hard.

O her zaman çok çalışıyor.

Ze spreekt altijd Engels.

O her zaman İngilizce konuşur.

Ken speelt altijd voetbal.

Ken her zaman futbol oynar.

Ze maken altijd ruzie.

Onlar her zaman tartışıyorlar.

God heeft altijd gelijk.

Allah her zaman haklıdır.

Het is altijd hetzelfde.

Bu her zaman aynı.

Ik geloof je altijd.

Ben her zaman sana inanırım.

Tom is altijd vrolijk.

Tom her zaman neşeli.

Zij is altijd hoffelijk!

O her zaman kibardır!

Er zijn altijd uitzonderingen.

Her zaman istisnalar vardır.

Is het altijd zo?

Bu her zaman böyle midir?

Hij is altijd gelukkig.

- Daima mutlusun.
- Her zaman mutlusun.

Bill is altijd eerlijk.

- Bill her zaman dürüsttür.
- Bill her zaman dürüst.
- Bill daima dürüsttür.

Ik heb altijd honger.

Ben her zaman açım.

Hij is altijd ontevreden.

O her zaman tatminsiz.

Je vernielt altijd alles.

Her zaman her şeyi mahvediyorsun.

Ik eet altijd hier.

Her zaman burada yemek yiyorum.

Tom spreekt altijd Frans.

Tom her zaman Fransızca konuşur.

Ik ben altijd moe.

Her zaman yorgun hissediyorum.

Ik eet altijd gezond.

Her zaman sağlıklı yerim.

Tom doet dit altijd.

Tom her zaman onu yapıyor.

Geluk komt altijd onverwachts.

Her zaman davetsiz gelir mutluluk.

Ik eet altijd ontbijt.

Ben her zaman sabah kahvaltısı yerim.

Vooroordelen zullen altijd bestaan.

Önyargı var olmaya devam edecektir.

Hij is altijd punctueel.

O her zaman dakik.

Je drinkt altijd alleen.

Her zaman yalnız içiyorsun.

Jij hebt altijd honger.

Sen her zaman açsın.

Er is altijd hoop.

Her zaman umut var.

Het gebeurt niet altijd.

Bu her zaman olmaz.

Hij is altijd bezig.

O her zaman meşgul.

Italianen drinken altijd wijn.

İtalyanlar hep şarap içerler.

Hij is altijd voorbereid.

O, her zaman hazırdır.

Zeg altijd de waarheid.

Her zaman doğruyu söyle.

Is Mary altijd zo?

Mary her zaman böyle midir?

Tom is altijd bang.

Tom her zaman korkuyor.

Layla hielp Sami altijd.

- Leyla her zaman Sami'ye yardım ediyordu.
- Leyla daima Sami'ye yardım ediyordu.

Tom is altijd ziek.

Tom her zaman hasta.

- Voor altijd!
- Voor eeuwig!

Sonsuza dek!

Ze was altijd ijverig.

O çalışkandı.

Tom is altijd dronken.

Tom hep sarhoştur.

- Ze kwam altijd te vroeg.
- Ze kwam altijd te vroeg opdagen.

O her zaman fazla erken geldi.

- Tom praat altijd over werk.
- Tom heeft het altijd over werk.

Tom her zaman iş hakkında konuşur.

- Jouw glimlach vrolijkt me altijd op.
- Jouw glimlach maakt me altijd gelukkig.
- Jouw glimlach maakt me altijd blij.

Gülüşün beni hep mutlu ediyor.

- U kunt altijd op ons rekenen.
- Je kan altijd op ons rekenen.
- Jullie kunnen altijd op ons rekenen.

Bize her zaman güvenebilirsin.