Translation of "Gelezen" in Spanish

0.015 sec.

Examples of using "Gelezen" in a sentence and their spanish translations:

- Hebt u alles gelezen?
- Heb je alles gelezen?

¿Leyó todo?

Je had gelezen.

Habías leído.

Hebt u alles gelezen?

¿Leyó todo?

Heb je alles gelezen?

¿Lo leíste todo?

- Ik heb een boek gelezen vannacht.
- Ik heb gisteravond een boek gelezen.

- Anoche leí un libro.
- Ayer a la noche leí un libro.

Ik heb het boek gelezen.

- Me leí el libro.
- Me he leído el libro.

Ik heb beide boeken gelezen.

Me he leído los dos libros.

Heb je dit artikel gelezen?

- ¿Has leído este artículo?
- ¿Han leído este artículo?

Ik heb enkele boeken gelezen.

Leí algunos libros.

Hoeveel boeken heb je gelezen?

¿Cuántos libros has leído?

- Alleen hij heeft die brief gelezen.
- Hij heeft als enige deze brief gelezen.

Sólo él leyó esta carta.

- Je hebt dit boek misschien al gelezen.
- Misschien heb je dat boek al gelezen.

Puede que ya hayas leído este libro.

- Sinds vanochtend heb ik drie boeken gelezen.
- Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.

Desde esta mañana yo he leído tres libros.

Boeken die langzaam gelezen moeten worden

libros destinados a ser leídos lentamente,

Heb je dat boek al gelezen?

¿Ya has leído este libro?

Ze heeft het boek niet gelezen.

Ella no leyó el libro.

Ik heb al zijn romans gelezen.

He leído todas sus novelas.

Ik heb het hele boek gelezen.

Terminé de leer aquel libro.

Ik heb die roman al gelezen.

Ya leí esa novela.

Ik heb dit boek al gelezen.

- Ya he leído ese libro.
- Yo ya he leído este libro.
- Ya me he leído este libro.

Tom heeft veel Franse boeken gelezen.

Tom ha leído muchos libros en francés.

Ik heb het boek al gelezen.

Ya he leído el libro.

Ik heb het nog niet gelezen.

Todavía no lo he leído.

Hij heeft de brief misschien gelezen.

Puede que él haya leído la carta.

Hebt ge het boek al gelezen?

¿Ya ha leído este libro?

- Heb je de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag gelezen?

¿Has leído el periódico de hoy?

- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?

- ¿Ya leíste el diario de hoy?
- ¿Ya has leído el diario de hoy?
- ¿Ya leíste el periódico de hoy?
- ¿Ya has leído el periódico de hoy?

- Ik heb deze boeken nog niet allemaal gelezen.
- Ik heb nog niet al deze boeken gelezen.

Todavía no he leído todos estos libros.

Je hebt dit boek misschien al gelezen.

Puede que ya hayas leído este libro.

Heb je de krant van vandaag gelezen?

¿Has leído el periódico de hoy?

Ik heb het voor mijn familie gelezen.

- Leí eso para mi familia.
- Lo leí a mi familia.

Ik heb niet al deze boeken gelezen.

No he leído todos estos libros.

Ik heb niet al zijn romans gelezen.

No he leído todas sus novelas.

Ik heb geen van beide boeken gelezen.

No he leído ninguno de los dos libros.

Misschien heb je dat boek al gelezen.

Puede que ya hayas leído este libro.

Wie geschreven heeft, heeft twee keer gelezen.

Quien escribe, dos veces lee.

Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.

Desde esta mañana yo he leído tres libros.

Ik heb dat boek diverse keren gelezen.

He leído varias veces ese libro.

Ze heeft de hele nacht boeken gelezen.

Ella leyó libros durante toda la noche.

Ik heb enkele van deze boeken gelezen.

He leído algunos de estos libros.

Ik heb de krant van vandaag al gelezen.

Ya leí el periódico de hoy.

Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen?

¿Has leído alguna vez un poema chino?

Heb je de krant van vandaag al gelezen?

¿Ya te has leído el periódico de hoy?

Heb je de laatste 'Literatura Foiro' al gelezen?

¿Ya leíste la última "Literatura Foiro"?

Heeft u de krant van vandaag al gelezen?

¿Ha leído usted ya el periódico de hoy?

Ik heb dit verhaal in een boek gelezen.

He leído esta historia en un libro.

Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?

- ¿Ha leído usted ya el periódico de hoy?
- ¿Ya habéis leído el periódico de hoy?

Ik heb alleen de eerste drie hoofdstukken gelezen.

Leí solamente los tres primeros capítulos.

Ik heb alle boeken van deze bibliotheek gelezen.

Yo he leído todos y cada uno de los libros en esta biblioteca.

Ze heeft de hele nacht dat boek gelezen.

Ella leyó el libro toda la noche.

Gisteren heb ik een echt interessant verhaal gelezen.

Ayer leí un cuento realmente interesante.

Ik heb alle boeken uit de bibliotheek gelezen.

Leí todos los libros de la biblioteca.

Ik heb dit boek vroeger al eens gelezen.

Ya he leído este libro antes.

- Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen.
- Ik heb het boek van het begin tot het einde gelezen.

- Leí el libro de cubierta a cubierta.
- Leí el libro de cabo a rabo.
- Me leí el libro de cabo a rabo.

Ik heb gisteren het boek gelezen tot pagina tachtig.

Ayer leí el libro hasta la página ochenta.

Ik heb twee keer zoveel boeken gelezen als hij.

He leído el doble de libros que él.

- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.

- Leo una carta.
- Estoy leyendo una carta.
- He leído una carta.
- Leí una carta.

Ik herinner me dat ik daarover iets gelezen heb.

Recuerdo haber leído sobre eso.

Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen.

Leí el libro de cubierta a cubierta.

Ik heb de krant van vandaag nog niet gelezen.

- Todavía no he leído el periódico de hoy.
- Todavía no leí el diario de hoy.

Hij vertelde me: „Ik heb gisteren dat boek gelezen”.

Él me dijo "me leí este libro ayer".