Translation of "Boeken" in Italian

Deze boeken zijn mijn boeken.

Questi libri sono i miei libri.

Niet alle boeken zijn goede boeken.

Non tutti i libri sono buoni libri.

Lees boeken.

- Leggi dei libri.
- Legga dei libri.
- Leggete dei libri.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

- Hai molti libri.
- Tu hai molti libri.

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

- Quanti libri hai?
- Quanti libri avete?
- Quanti libri ha?

Boeken fascineren me.

I libri mi affascinano.

Ik download boeken.

- Sto scaricando dei libri.
- Io sto scaricando dei libri.

Ik lees boeken.

- Ho letto dei libri.
- Leggo libri.
- Io leggo libri.
- Leggevo libri.
- Io leggevo libri.
- Io ho letto dei libri.
- Leggo dei libri.
- Io leggo dei libri.
- Leggevo dei libri.
- Io leggevo dei libri.

- Hij heeft twee boeken geschreven.
- Hij schreef twee boeken.

Ha scritto due libri.

- Tom heeft twee boeken geschreven.
- Tom schreef twee boeken.

- Tom ha scritto due libri.
- Tom scrisse due libri.

- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.

Lei ha alcuni libri.

- Dat zijn heel oude boeken.
- Dit zijn zeer oude boeken.

Questi sono libri molto vecchi.

- Van wie zijn die boeken?
- Van wie zijn deze boeken?

Di chi sono questi libri?

Hoeveel boeken bezit je?

Quanti libri hai?

Hoeveel boeken hebben jullie?

- Quanti libri hai?
- Quanti libri avete?
- Quanti libri ha?

Ze leest graag boeken.

- Le piace leggere libri.
- A lei piace leggere libri.

Ik heb twee boeken.

Ho due libri.

Ik lees geen boeken.

- Non leggo libri.
- Io non leggo libri.

Dat zijn mijn boeken.

Quelli sono i miei libri.

Ik heb veel boeken.

Io ho molti libri.

Ze heeft tweeduizend boeken.

- Ha duemila libri.
- Lei ha duemila libri.

Kies willekeurig drie boeken.

- Scegli tre libri a caso.
- Scegliete tre libri a caso.
- Scelga tre libri a caso.

Waar zijn mijn boeken?

Dove sono i miei libri?

Hij leest graag boeken.

- Gli piace leggere libri.
- A lui piace leggere libri.

Ik download graag boeken.

Mi piace scaricare libri.

Ze heeft meer boeken.

Lei ha più libri.

Ik hou van boeken.

Amo i libri.

Deze boeken zijn oud.

Questi libri sono vecchi.

Dit zijn onze boeken.

Questi sono i nostri libri.

Ze hebben weinig boeken.

- Hanno pochi libri.
- Loro hanno pochi libri.

Er zijn tweeduizend boeken.

Ci sono duemila libri.

Niemand wil jouw boeken!

Nessuno li vuole i tuoi libri!

Ik lees vaak boeken.

- Leggo spesso dei libri.
- Io leggo spesso dei libri.

Ze heeft enkele boeken.

Lei ha alcuni libri.

Het zijn hun boeken.

Questi sono i suoi libri.

Hier zijn onze boeken.

Ecco i nostri libri.

Deze boeken zijn zwaar.

Questi libri sono pesanti.

Dit zijn mijn boeken.

Questi sono i miei libri.

Die boeken zijn nieuw.

Questi libri sono nuovi.

Heb je twee boeken?

- Hai due libri?
- Tu hai due libri?
- Avete due libri?
- Voi avete due libri?
- Ha due libri?
- Lei ha due libri?

Hoeveel boeken heeft hij?

- Quanti libri ha?
- Lui quanti libri ha?
- Quanti libri ha lui?

Ze bezit tweeduizend boeken.

Possiede duemila libri.

Tom heeft drieduizend boeken.

Tom ha tremila libri.

Deze boeken waren duur.

Questi libri erano costosi.

Zijn dit jouw boeken?

Questi libri sono tuoi?

- Hij heeft mij twee boeken geleend.
- Hij leende me twee boeken.

Mi ha prestato due libri.

Deze boeken zijn van mij en die boeken zijn van hem.

Questi libri sono miei e quei libri sono suoi.

- Hij publiceert boeken in Italië.
- Hij geeft boeken uit in Italië.

- Pubblica libri in Italia.
- Lui pubblica libri in Italia.

- Hoeveel boeken lees je per maand?
- Hoeveel boeken leest ge per maand?

Quanti libri leggi al mese?

Mijn vader heeft veel boeken.

Mio padre ha molti libri.

Fabre schreef boeken over insecten.

Fabre ha scritto dei libri sugli insetti.

Die boeken zijn van mij.

Quei libri sono miei.

Hij heeft twee boeken geschreven.

Ha scritto due libri.

Deze boeken zijn van mij.

- Questi libri mi appartengono.
- Questi libri appartengono a me.

Ik heb veel boeken nodig.

- Ho bisogno di molti libri.
- Io ho bisogno di molti libri.

Ze heeft ongeveer 2000 boeken.

- Ha circa 2.000 libri.
- Lei ha circa 2.000 libri.
- Ha circa duemila libri.
- Lei ha circa duemila libri.

Boeken zijn mijn beste vrienden.

I libri sono i miei migliori amici.

Boeken lezen is erg interessant.

- Leggere libri è molto interessante.
- Leggere dei libri è molto interessante.

Hij publiceert boeken in Italië.

- Pubblica libri in Italia.
- Lui pubblica libri in Italia.
- Pubblica dei libri in Italia.
- Lui pubblica dei libri in Italia.

Waar kan je boeken kopen?

Dove si possono comprare dei libri?

Ik bezit maar 10 boeken.

- Ho solo dieci libri.
- Io ho solo dieci libri.

Van wie zijn die boeken?

Di chi sono questi libri?

Hij leende me twee boeken.

Mi ha prestato due libri.

Waar kan ik boeken kopen?

Dove posso comprare dei libri?

Tom heeft veel Franse boeken.

- Tom ha molti libri francesi.
- Tom ha molti libri in francese.

Ik heb wat Franse boeken.

- Ho qualche libro francese.
- Io ho qualche libro francese.
- Ho qualche libro in francese.
- Io ho qualche libro in francese.
- Ho alcuni libri francesi.
- Io ho alcuni libri francesi.
- Ho alcuni libri in francese.
- Io ho alcuni libri in francese.