Translation of "Is het" in Japanese

0.021 sec.

Examples of using "Is het" in a sentence and their japanese translations:

- Is het klaar?
- Is het gedaan?

- 出来上がった?
- できた?

Is het samenhangend?

つじつまは合っているだろうか?

Hier is het.

場所はここです

Is het populair?

人気があるのですか。

Zo is het.

それが現実だ。

Is het wit?

白いですか。

Is het erg?

悪いですか?

Is het gratis?

- 無料なのですか。
- ただなの?

Is het waar?

それ本当?

Is het mogelijk?

そんなのってありえる?

Is het heet?

- 暑い?
- 熱い?
- 辛い?

Dat is het.

- 図星です。
- そういうこと。

Is het nieuw?

それって、新品なの?

Is het kanker?

それはガンなんですか?

Is het schoon?

これってきれいかな?

Is het gevaarlijk?

危険なんですか?

Is het genoeg?

それで十分?

Is het tijd?

時間なの?

Is het duidelijk?

分かりますか?

Is het gepubliceerd, en hoe streng is het tijdschrift?

論文は発表されているか? その学術誌はどれほど厳格か?

- Hoe laat is het?
- Hoe laat is het nu?

今、何時ですか。

- Waar is het dichtstbijzijnde treinstation?
- Waar is het dichtstbije station?
- Waar is het dichtstbijzijnde spoorwegstation?

最寄りの駅はどこにありますか。

- Zo is het.
- Dat klopt.
- Zo is het maar net!

- その通り!
- そうだ!
- その通りです。
- きそうだ。
- そういうことです。
- そうです。

- Pardon, hoe laat is het?
- Sorry, hoe laat is het?

- すみませんが、今何時でしょうか。
- すみません、今、何時ですか。

- Waar is het dichtstbijzijnde treinstation?
- Waar is het dichtstbijzijnde spoorwegstation?

- 最寄りの駅はどこにありますか。
- 一番近い駅はどこですか?
- 最寄りの駅はどこですか?

- Is het hier ver vandaan?
- Is het ver van hier?

ここから遠いの?

- Welke datum is het vandaag?
- Welke dag is het vandaag?

- 今日は何日ですか。
- 今日、何曜日?

Wat is het probleem?"

何が不都合なんだい?」

Zo is het niet.

そうはいきませんでした

Is het de waarheid?

「それは真実か?」

Zo belangrijk is het.

それほど大事なのです

Zo simpel is het.

簡単なことなのです

...is het net winter.

‎冬の訪れと共に

Dit is het broedseizoen.

‎繁殖期なのだ

Waar is het westen?

西は?

Vandaag is het koud.

今日は寒いです。

Is het iets ernstigs?

何か深刻なことなのですか。

Waar is het treinstation?

- 駅はどこですか。
- 駅はどこにありますか。

Binnenkort is het Nieuwjaar.

もうすぐお正月です。

Waar is het busstation?

バスターミナルはどこですか。

Hoe hoog is het?

- どのくらい高い?
- それの高さはいくらですか。
- 高さはどれくらい?

Is het zuiver goud?

それは純金ですか?

Is het niet zwart?

それは黒くありませんか。

Waar is het verborgen?

それはどこに隠されているのか。

Waar is het boek?

その本はどこにありますか。

Morgen is het Moederdag.

明日は母の日です。

Morgen is het zondag.

明日は日曜日です。

Waar is het museum?

美術館はどこにありますか。

Is het ontbijt klaar?

朝食の準備はできていますか。

Hoe is het gegaan?

結果はどうなりましたか。

Vandaag is het donderdag.

今日は木曜日です。

Hoe laat is het?

何時ですか。

Hoe is het weer?

どんな天気ですか。

Waar is het postkantoor?

郵便局はどこですか。

Vandaag is het zaterdag.

今日は土曜日です。

Helaas is het waar.

残念ながらそれは本当なのです。

Hoe breed is het?

幅はどれくらいですか。

Waar is het loket?

- 切符売り場はどこですか。
- 切符売り場はどこですか?

Waar is het onthaal?

- 搭乗手続きをするのはどこですか。
- チェックインカウンターはどこですか?

Waar is het ziekenhuis?

病院は何処ですか?

Is het vandaag vrijdag?

今日って、金曜日?

Morgen is het Kerstmis.

明日はクリスマスだ。

Is het eten klaar?

食べ物の準備はできてる?

Eindelijk is het vrijdag.

- やっと金曜日だ。
- ついに、金曜だ!

Is het te laat?

遅すぎますか?

Is het morgen zaterdag?

明日は土曜日ですか。

Waar is het restaurant?

レストランはどこですか?

Is het altijd zo?

- いつもこんな感じ?
- いつもこうなの?

Wat is het telefoonnummer?

電話番号は何番ですか。

Zo is het leven.

人生、こうでなくちゃ!

Wat is het probleem?

何が問題なの?

Vandaag is het Onafhankelijkheidsdag.

今日は独立記念日です。

Vandaag is het maandag.

- 今日は月曜日です。
- 今日は月曜日。

Waar is het station?

駅はどこですか。