Translation of "Schoon" in French

- Maak je kamer schoon.
- Maak uw kamer schoon.

- Nettoyez votre chambre.
- Nettoie ta chambre.
- Nettoyez votre chambre !

Het is schoon.

C'est propre.

We zijn schoon.

Nous sommes propres.

Is het schoon?

Est-ce propre ?

schoon drinkwater, elektriciteit, enzovoort.

eau potable, électricité, etc.

Hou jullie klaslokaal schoon.

Gardez votre salle de classe propre.

Zijn jullie handen schoon?

- Tes mains sont-elles propres ?
- Vos mains sont-elles propres ?
- As-tu les mains propres ?

Nieuwe bezems vegen schoon.

Tout nouveau, tout beau.

Maak de keuken schoon.

Nettoie la cuisine.

Hou je kamer schoon.

- Garde ta chambre propre !
- Gardez votre chambre propre !

Deze tafel is schoon.

Cette table est propre.

Maak de kamer schoon.

Nettoie la pièce.

Maak de spiegel schoon.

Nettoie le miroir.

De keuken was schoon.

La cuisine était propre.

Veeg mijn kamer schoon.

- Va balayer ma chambre.
- Va nettoyer ma chambre.

Maak je kamer schoon.

- Nettoyez votre chambre.
- Nettoie ta chambre.

Het is niet schoon.

Ce n'est pas propre.

Maak uw stulpje schoon!

Nettoyez votre piaule !

Maak je stulpje schoon!

Range ta piaule !

- Je moet je kamer schoon houden.
- U moet uw kamer schoon houden.

Tu dois garder ta chambre propre.

- Ik heb een schoon shirt nodig.
- Ik heb een schoon overhemd nodig.

J'ai besoin d'une chemise propre.

Hij houdt zijn kamer schoon.

Il garde sa chambre propre.

Ik maak de keuken schoon.

Je nettoie la cuisine.

Alleen de waarheid is schoon.

Rien n'est beau que le vrai.

De roze kussen is schoon.

L'oreiller rose est propre.

Ze maakten het huis schoon.

- Ils ont nettoyé la maison.
- Elles ont nettoyé la maison.

Ze maakte het huis schoon.

Elle a nettoyé la maison.

Deze borden zijn niet schoon.

Ces assiettes ne sont pas propres.

Gelieve het schoon te maken!

Veuillez le nettoyer !

Maak de boel grondig schoon!

Karchérisez tout ça !

Deze vork is niet schoon.

- Cette fourchette est souillée.
- Cette fourchette est salie.

We maken onszelf een beetje schoon.

On va se nettoyer un peu.

- Maak de boel schoon!
- Veeg de Augiasstal schoon!
- Hak er met de grove bijl in!

Karchérise ça !

- Het water is schoon.
- Het water is proper.

- L'eau est pure.
- L'eau est propre.

De inwoners van Gaza drinken geen schoon water.

Les habitants de Gaza ne boivent pas de l'eau propre.

- Hou jullie klaslokaal zuiver.
- Hou jullie klaslokaal schoon.

Gardez votre salle de classe propre.

Waarom maak je het huis iedere week schoon?

Pourquoi est-ce que vous faites le ménage chaque semaine ?

Help je me even de kamer schoon te maken?

- M'aideras-tu à nettoyer la pièce ?
- M'aiderez-vous à nettoyer la pièce ?

Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

Vous devez seulement nettoyer votre chambre.

- Ik heb niets.
- Ik ben schoon.
- Ik ben clean.

- J'ai décroché.
- Je suis propre.

- Het water is niet schoon.
- Het water is niet zuiver.

L'eau n'est pas propre.

- Hij houdt zijn kamer proper.
- Hij houdt zijn kamer schoon.

Il garde sa chambre propre.

Iedereen heeft recht op schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen.

Tout le monde a droit à l'eau potable et à des installations sanitaires adéquates.

Om te garanderen dat iedereen toegang heeft tot voedsel en schoon water.

de s'assurer que tout le monde ait accès à la nourriture et à l'eau potable.

Ik ben de hele dag bezig geweest mijn kamer schoon te maken.

J'ai passé toute la journée à nettoyer ma chambre.

Als iedereen voor zijn eigen deur veegt, dan is heel de straat schoon.

Que chacun balaye devant sa porte et le monde entier sera propre.

Ik wil tanken, maar niet hier, want ze maken je ramen niet schoon.

- Je voudrais faire le plein d'essence, mais pas ici, car ils ne vous font pas les vitres.
- Je veux faire le plein, mais pas ici, parce qu'ils ne nettoient pas vos vitres.

"Je kleren worden nog vies." "Geeft niet. Ze waren toch al niet echt schoon."

« Tu vas salir tes habits. » « Ne t'en fais pas. Ils n'étaient pas très propres à l'origine. »

- Waarom ben je je handen aan het schoonmaken?
- Waarom maak je je handen schoon?

Pourquoi te laves-tu les mains ?

- Het water van deze rivier is heel zuiver.
- Het water van deze rivier is erg schoon.

L'eau de cette rivière est très propre.

- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer te kuisen.
- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer schoon te maken.

Je lui ai fait nettoyer ma chambre.

In Berlijn, toen de hoofdstad van het keurvorstendom Brandenburg, was het schoonhouden van de straten aanvankelijk aan de prostituees voorbehouden als een soort verplichte taak. De aangevoerde reden was beknopt: "Prostituees gebruiken de straat meer dan eerbiedwaardige burgers, dus dienen zij die voortaan schoon te houden."

À Berlin, alors capitale de l'électorat du Brandebourg, le nettoyage des rues était au départ à la charge des prostituées. La raison invoquée était lapidaire : « Comme les catins occupent les rues plus que les honnêtes citoyens, c'est à elles qu'il revient désormais de les entretenir. »