Translation of "Wit" in Japanese

0.006 sec.

Examples of using "Wit" in a sentence and their japanese translations:

- Is het wit?
- Is hij wit?

白いですか。

Het is wit.

それは白いです。

Is het wit?

白いですか。

De hond is wit.

その犬は白いです。

Mijn hond is wit.

私の犬は白い。

Deze hond is wit.

この犬は白いです。

Mijn honden zijn wit.

私の犬達は白い。

Zijn alle zwanen wit?

ハクチョウはみんな白いんですか?

Waarom is sneeuw wit?

- どうして雪が白い色ですか。
- 雪はなぜ白いんですか。

Het huis is wit geverfd.

その家は白色に塗られている。

Ze verfde de muren wit.

彼女は壁を白く塗った。

Ze droeg een wit kleed.

彼女は白いドレスを着ていた。

Papa schilderde de muren wit.

父は壁を白く塗った。

Zijn haar is wit geworden.

彼の髪は白くなった。

Niet alle zwanen zijn wit.

全ての白鳥が白いわけじゃないよ。

Ze is gewoon mat en wit.

‎白くなっていた

Voor mij is dat zwart of wit.

私にとって これは白か黒かの問題です

De verpleegster is in het wit gekleed.

看護婦は白衣を着ている。

Een verpleegster kleedt zich in het wit.

看護婦さんは白衣を着ている。

Haar huid is zo wit als sneeuw.

彼女の肌は雪のように白い。

Het zand op het strand was wit.

浜辺の砂は白かった。

Een wit jacht voer over de golven.

白いヨットが海面を滑るように走っていた。

De Franse vlag is blauw, wit en rood.

フランスの国旗は青、白、赤です。

De wit geklede jonge vrouw is mijn verloofde.

白い洋服を着ている子が私のフィアンセだ。

Ze heeft een kat. De kat is wit.

彼女は猫を飼っている。その猫は白い。

"Wilt ge dat echt?" vroeg het wit konijntje.

- 「あなたの願い事は本当にそれなの?」と小さい白いウサギが聞きました。
- 「本当にそれを願っているの?」小さな白うさぎは聞きました。

Totdat hij in het voorjaar roze en wit bloeit

春には ピンクや白の とりどりの花が咲き

Afgelopen maand heeft hij zijn huis wit laten schilderen.

先月彼は家を白く塗ってもらった。

De ene is rood en de andere is wit.

一方は赤で、また一方は白である。

We hebben een wit schip in de verte gezien.

白い船が遠くに見えた。

Ze was in het wit gekleed tijdens het feest.

彼女はパーティーで白い服を着ていた。

Hij trok wit weg toen hij het nieuws hoorde.

その知らせを聞いて彼の顔は青くなった。

- Ze droeg een wit kleed.
- Ze droeg een witte jurk.

彼女は白いドレスを着ていた。

Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart.

2匹犬を飼っているが、1匹は白でもう1匹は黒だ。

Vochten zijn troepen hevig met de Oostenrijkers - maar in het wit gekleed,

彼の軍隊はオーストリア人と激しい戦いを繰り広げましたが、オーストリア人の

Ik had gehoord dat hun ogen wit waren en hun haar rood.

目は白くて髪は赤いという 噂でした

We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.

家はねこが2匹います。1匹は白で、もう1匹は黒です。

Een man met wit haar speelde op een accordeon buiten de winkel.

店の外では白髪の男性がアコーディオンを弾いていました。

- Dat witte gebouw is een ziekenhuis.
- Dat wit gebouw is een ziekenhuis.

あの白い建物は病院です。

Ze heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.

彼女は猫を二匹飼っています。一匹は白くて、もう一匹は黒です。

Zijn gezicht wordt wit om aan te geven dat hij er klaar voor is.

‎準備ができた印に ‎オスの顔が白く変化する

- Je bent zo wit als een laken.
- U bent zo bleek als een laken.

- 君は顔色がまっ青だよ。
- 君、顔面蒼白だよ。

Ik heb een kat en een hond. De kat is zwart, en de hond wit.

私はネコと犬を1匹ずつ飼っています。ネコは黒で犬は白です。

- Zet dat op papier.
- Zet dat zwart op wit.
- Schrijf het op.
- Leg het schriftelijk vast.

その事を書面にして下さい。

Het maakt niet uit of de kat zwart is of wit, als ze maar muizen vangt.

ネズミを捕まえてくれるのであれば、その猫が黒かろうが白かろうが、どちらでも構わない。