Translation of "Praat" in Hungarian

0.016 sec.

Examples of using "Praat" in a sentence and their hungarian translations:

- Spreek!
- Praat!

Beszéljetek!

- Spreek!
- Praat.

Szólalj meg!

- Praat nooit met vreemden.
- Praat nooit met onbekenden.

Soha ne állj szóba idegenekkel!

- Praat niet tegen mij.
- Praat niet tegen mij!

Ne szólj hozzám.

Ik praat graag.

Szeretek beszélgetni.

Praat met Tom.

Beszélj Tomival.

Hij praat goed.

Jól beszél.

Praat met mij!

Beszélj velem.

Ze praat veel.

Sokat beszél.

Praat je Frans?

Beszélsz franciául?

Paul praat veel.

Paul sokat beszél.

Hij praat veel.

Sokat beszél.

- Praat met me!
- Spreek met me!
- Praat met mij!

- Beszélj hozzám!
- Beszélj velem!

Praat niet zo hard.

Ne beszélj olyan hangosan!

- Spreek niet.
- Praat niet.

Ne beszélj!

Praat daar niet over!

Ne beszélj róla!

Je praat te veel.

- Túl sokat fecsegsz.
- Túl sokat beszéltek.
- Ön túl sokat beszél.
- Túl sokat beszélsz.
- Nagyon sokat jár a szád.
- Nagyon sokat dumálsz.
- Túl sokat járatod a szádat.
- Be nem áll a szád.

Niemand praat met me.

Senki sem beszél velem.

- Praat niet.
- Niet praten!

- Ne beszélj!
- Ne dumálj!

Mijn oma praat langzaam.

A nagymamám lassan beszél.

Ik praat tegen mezelf.

Beszélek magamhoz.

Praat je over ons?

Szoktál rólunk beszélni?

Met jou praat ik niet.

Nem fogok beszélni veled.

Praat niet zo tegen hem.

Ne beszélj így vele!

Tom praat vaak tegen zichzelf.

Tom gyakran beszél magában.

Hij praat erg goed Japans.

Nagyon jól beszél japánul.

Mijn broer praat erg snel.

A fivérem nagyon gyorsan beszél.

Praat je tegen je planten?

Szoktál beszélgetni a növényeiddel?

- Praat niet zo.
- Zo moet je niet praten.
- Praat niet op die manier.

Ne beszélj így!

Als ik over mannelijke dingen praat

amikor férfias dolgokról beszélek,

- Praat alsjeblieft harder.
- Spreek luider alsjeblieft.

Beszélj hangosabban, kérlek!

- Praat met me!
- Spreek met me!

- Beszélj hozzám!
- Beszélj velem!

- Ik spreek snel.
- Ik praat snel.

Gyorsan beszélek.

Ik praat niet graag over mezelf.

Nem szeretek magamról beszélni.

Wie te veel praat, schaadt zichzelf.

- A fecsegő ember a maga ellensége.
- Aki sokat fecseg, magának árt.

Ik praat er liever niet over.

Erről inkább nem beszélnék.

Tom praat zonder na te denken.

Tom gondolkodás nélkül beszél.

Tom praat soms in zijn droom.

Tom néha álmában beszél.

- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!

Nézz rám, ha veled beszélek!

- Iemand praat.
- Iemand is aan het praten.

Valaki beszél.

- Tom is aan het praten.
- Tom praat.

Tom beszél.

Hij praat net zo makkelijk met een huisvrouw...

Ugyanolyan könnyen szót értett egy háziasszonnyal,

- Met wie spreek ik?
- Met wie praat ik?

Kivel beszélek?

Praat wat harder, ik kan je niet horen.

Beszélj hangosabban, mert nem hallak.

En praat met mij alleen over die afwezige liefde.'

Mesélj egyszerűen a szerelemről!"

Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.

Nem hozzád szólok; a majommal beszélgetek.

Je weet dat ik hou van hoe je praat.

Tudod, hogy tetszik nekem az, ahogyan te beszélsz.

- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?

Miről beszélsz, te?

- Spreek alsjeblieft niet zo snel.
- Praat niet zo snel, alstublieft.

Kérem, ne beszéljen olyan gyorsan!

Praat ik nu over biologie, of heb ik het over geologie?

Akkor most biológiáról beszélek, vagy geológiáról?

En wanneer je mensen vraagt: "Praat je er wel eens over?"

Arra a kérdésre, hogy: "Szoktak beszélni róla?"

- Spreek niet met volle mond.
- Praat niet met een volle mond.

Ne beszélj teli szájjal!

- We kunnen dat aan de praat krijgen.
- We kunnen dat doen werken.

El tudjuk érni, hogy működjön.

Ik voel me alsof iedereen achter mijn rug om over mij praat.

Az az érzésem, mindenki a hátam mögött beszél ki engem.

- „Jij spreekt te veel”, zei hij.
- „Jij praat te veel”, zei hij.

- "Túl sokat beszélsz", mondta.
- "Ön túl sokat beszél", mondta.

Als je te snel praat, dan ben ik niet in staat het te verstaan.

Ha túl gyorsan beszélsz, nem fogom megérteni.

- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?
- Waar hebt u het over?

Miről beszélsz?

- Met jou praat ik niet.
- Ik spreek niet met jou.
- Ik spreek niet met je.

Nem beszélek veled.

- Wilt u niet zo snel spreken, alstublieft?
- Spreek alsjeblieft niet zo snel.
- Praat niet zo snel, alstublieft.

Kérem, ne beszéljen olyan gyorsan!

- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?
- Waar hebt u het over?
- Waar praten jullie over?
- Wat bedoel je daarmee?

Miről beszélsz?

- Wat klets je nou?
- Wat voor onzin kraam je nu uit?
- Wat praat je voor nonsens?
- Waar haal je die onzin vandaan?
- Waar heb je het verdomme over?

- Mit vakersz te itt össze?
- Mit hablatyolsz te itt?
- Mit hordasz te itt össze?