Translation of "Stuk" in German

Stuk voor stuk.

Jede einzelne Phiole.

Hé stuk!

- Hallo Hübsche!
- Hallo, Hübsche!

Dingen gaan stuk.

Dinge gehen kaputt.

Ze zijn allemaal stuk.

Die sind alle zerbrochen...

Mijn koffer is stuk.

Mein Koffer ist kaputt.

De douche is stuk.

Die Dusche ist kaputt.

De stoel is stuk.

Der Stuhl ist zerbrochen.

Mijn auto is stuk.

Mein Auto ist kaputt.

- Hé stuk!
- Hallo schoonheid!

- Hallo Hübsche!
- Hallo, Hübsche!

Dit horloge is stuk.

- Diese Uhr ist kaputt.
- Diese Armbanduhr ist kaputt.

Onze ladder is stuk.

Unsere Leiter ist entzwei.

- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?

- Willst du noch ein Stück Kuchen?
- Möchtest du noch ein Stück Kuchen?
- Möchten Sie noch ein Stück Kuchen?
- Noch ein Stück Kuchen?

Dit stuk is helemaal bezet.

"Dieses Revier ist besetzt."

Hier is een verticaal stuk.

Ein kurzer vertikaler Abschnitt.

Hij nam een stuk krijt.

Er nahm ein Stück Kreide.

Geef mij een stuk papier.

- Gib mir ein Stück Papier.
- Geben Sie mir ein Stück Papier.

Wil je een stuk taart?

Willst du etwas Kuchen?

Ik eet een stuk fruit.

Ich esse Obst.

Breng mij een stuk krijt.

- Bring mir ein Stück Kreide!
- Bring mir ein Stück Kreide.

Ik neem een stuk taart.

Ich nehme ein Stück Kuchen.

Er is geen enkel stuk.

Es gibt kein einziges Stück.

...en zelf een stuk wild vangen.

und versuchen, damit etwas zu fangen.

Wie wil nog een stuk taart?

- Wer will noch ein Stück Kuchen?
- Wer will noch ein Stück Torte?
- Wer möchte noch ein Stück Kuchen?

- Dingen gaan stuk.
- Dingen gaan kapot.

Dinge gehen kaputt.

Wilt u nog een stuk gebak?

Wollen Sie noch ein Stück Kuchen?

Hij sneed een stuk vlees af.

Er schnitt ein Stück Fleisch ab.

Hij eet aan één stuk door.

Er isst ohne aufzuhören.

Wil je nog een stuk cake?

Willst du noch ein Stück Kuchen?

Ze gaven Tom een stuk taart.

Sie gaben Tom ein Stück Kuchen.

Ik heb een stuk zeep nodig.

Ich brauche ein Stück Seife.

Dat kost honderden miljoenen dollar -- per stuk.

Diese kosten jeweils mehrere hundert Millionen Dollar!

Mag ik nog een stuk taart hebben?

- Kann ich noch ein Stück Kuchen haben?
- Darf ich noch ein Stück Kuchen haben?

Het regende uren aan één stuk door.

- Es regnete Stunde um Stunde.
- Es regnete stundenlang.
- Es hat stundenlang geregnet.

Tom sliep twaalf uur aan één stuk.

Tom schlief zwölf Stunden am Stück.

De curryvisballetjes zijn één dollar per stuk.

Die Curryfischbällchen kosten je einen Dollar.

Hij voelt zich een stuk beter vandaag.

Er fühlt sich heute ein bisschen besser.

Hij sliep acht uur aan een stuk.

Er schlief acht Stunden am Stück.

Een lekker stuk blijft niet lang liggen.

Ein leckerer Bissen wartet nicht lange.

Wat is de naam van dat stuk?

Wie heißt das Stück?

Het sneeuwde tien dagen aan een stuk.

Es hat zehn Tage am Stück geschneit.

Zou u nog een stuk taart willen?

Möchtest du noch ein Stück Kuchen?

Maria heeft een groot stuk slagroomtaart gekocht.

Maria hat ein großes Stück Sahnetorte gekauft.

Dus we stampen hier een stuk uit. SOS.

Wir stampfen einen großen Bereich aus, SOS!

Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?

- Gib mir bitte ein Stück Brot.
- Reich mir doch bitte das Brot.

De motor van de auto ging onderweg stuk.

- Unterwegs ging der Automotor kaputt.
- Der Motor des Autos hatte unterwegs eine Panne.

Deze appelsienen kosten een dollar voor tien stuk.

- Diese Apfelsinen kosten einen Dollar für zehn Stück.
- Diese Orangen kosten einen Dollar für zehn Stück.

- Mijn auto is stuk.
- Mijn auto is defect.

Mein Auto ist kaputt.

- Mijn koffer is stuk.
- Mijn koffer is kapot.

Mein Koffer ist kaputt.

- Mijn auto is kapot.
- Mijn auto is stuk.

Mein Auto ist kaputt.

- De vaatwasser is stuk.
- De vaatwasser is kapot.

Die Spülmaschine ist kaputt.

Ze kocht een stuk speelgoed voor de jongen.

Sie kaufte dem Jungen ein Spielzeug.

Wat moet ik met dit stuk touw aanvangen?

Was mache ich mit diesem Stück Seil?

De hond had een stuk vlees in zijn bek.

Der Hund hatte ein Stück Fleisch in seinem Maul.

Een van de lampen in het trappenhuis is stuk.

Eine der Lampen im Treppenhaus funktioniert nicht.

Ze parkeerde haar auto op een onbebouwd stuk grond.

- Sie hat ihr Auto auf einem unbebauten Grundstück geparkt.
- Sie parkte ihr Auto auf einem unbebauten Grundstück.

Ge hebt juist een stuk van 50 cent verloren.

Du hast gerade ein 50-Cent-Stück verloren.

Proberen het stuk te vinden dat om de rots zat.

Ich versuche den Abschnitt zu finden, der um den Felsen gebunden war.

- Ik wil een stuk papier.
- Ik wil een stukje papier.

Ich will Papier.

Een groot stuk kaas lokte de muis in de val.

Die Maus wurde von einem großen Stück Käse in die Falle gelockt.

- Dit stuk speelgoed is van hout.
- Het speeltuig is van hout.

Dieses Spielzeug ist aus Holz.