Translation of "Smartphone" in German

- Deze smartphone gebruikt een ARM-processor.
- Deze smartphone heeft een ARM-processor.

- Dieses Schlaufon arbeitet mit einem ARM-Prozessor.
- Dieses intelligente Telefon arbeitet mit einem ARM-Prozessor.

Tom haalde zijn nieuwe smartphone tevoorschijn.

Tom zückte sein Schlaufon.

Tom liet zijn nieuwe smartphone vallen.

Tom hat sein neues Schlaufon fallenlassen.

Ik heb een smartphone voor mijn vrouw gekocht.

- Ich habe meiner Frau ein Smartphone gekauft.
- Ich habe meiner Frau ein Schlaufon gekauft.

''Waarom heb je nog geen smartphone?'' – ''Waarom zou ik er een moeten hebben?'' – ''Hm, gewoon. Iedereen heeft er al een.''

„Wieso hast du noch kein Smartphone?“ – „Warum sollte ich eins haben?“ – „Hm, nur so. Alle haben schon eins.“