Translation of "Repareren" in German

Ik moet het repareren.

Ich muss es reparieren lassen.

Laat me het repareren.

- Lasst mich es reparieren.
- Lassen Sie mich es reparieren.

Kunnen jullie een toilet repareren?

Können Sie eine Toilette reparieren?

Ik moet de koelkast repareren.

- Ich muss den Kühlschrank reparieren.
- Ich muss den Eisschrank instand setzen.

Ik wil deze klok repareren.

Ich will diese Uhr reparieren.

Ik zou de auto repareren.

Ich hätte den Wagen repariert.

Ik heb mijn computer laten repareren.

Ich habe meinen Computer reparieren lassen.

Ik heb mijn fiets laten repareren.

Ich habe mein Fahrrad reparieren lassen.

Ik laat hen mijn auto repareren.

Ich werde sie mein Auto reparieren lassen.

Ik moet mijn fiets laten repareren.

Ich muss mein Fahrrad reparieren lassen.

Hij liet de oude machine repareren.

Er hat die alte Maschine reparieren lassen.

Ik kan de computer niet repareren.

Ich kann den Computer nicht reparieren.

We repareren allerlei soorten klokken hier.

Wir reparieren hier alle Arten von Uhren.

Sta me toe het te repareren.

Lassen Sie mich es reparieren.

Ik liet mijn zoon de deur repareren.

- Ich habe meinen Sohn die Tür reparieren lassen.
- Ich habe mir die Tür von meinem Sohn reparieren lassen.

Kunnen jullie mijn lekke band nu repareren?

Könnt ihr meinen kaputten Reifen jetzt gleich flicken?

Waar kan ik mijn horloge laten repareren?

Wo kann ich meine Uhr reparieren lassen?

Hij hielp me mijn horloge te repareren.

Er half mir, meine Uhr zu reparieren.

Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.

Ich habe mein Fahrrad von meinem Bruder reparieren lassen.

Ik ga mijn horloge laten repareren bij Johan.

Ich werde mir meine Uhr von Johannes reparieren lassen.

Het is het niet waard om deze auto te repareren.

Es lohnt sich nicht, dieses Auto zu reparieren.

Om mijn tv te repareren, moet ik iemand laten komen.

Ich muss jemanden kommen lassen, um meinen Fernseher zu reparieren.

Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.

Mein Computer ist kaputt und ich muss ihn reparieren lassen.

Ik heb een hamer nodig om de tafel te repareren.

- Ich brauche einen Hammer, um den Tisch zu reparieren.
- Ich brauche zur Reparatur des Tisches einen Hammer.

- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te laten repareren.
- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te repareren.

- Es hat mich 5.000 Yen gekostet, mein Fahrrad zu reparieren.
- Die Reparatur meines Fahrrads hat mich fünftausend Yen gekostet.

- Ik kan de computer niet repareren.
- Ik kan de computer niet herstellen.

Ich kann den Computer nicht reparieren.

- Waar heb je je camera laten repareren?
- Waar hebt u uw camera laten herstellen?

- Wo hast du deine Kamera reparieren lassen?
- Wo habt ihr eure Kamera reparieren lassen?
- Wo haben Sie Ihre Kamera reparieren lassen?

- Ik heb mijn fiets laten repareren.
- Ik heb mijn fiets ingeleverd om te herstellen.

Ich habe mein Fahrrad reparieren lassen.

- Kunnen jullie mijn lekke band nu repareren?
- Kunnen jullie mijn lekke band nu herstellen?

- Kannst du meinen kaputten Reifen jetzt gleich flicken?
- Können Sie meinen kaputten Reifen jetzt gleich flicken?
- Könnt ihr meinen kaputten Reifen jetzt gleich flicken?