Translation of "Oplossen" in French

Laten we dit oplossen!

Réglons ça !

Niemand kan dit probleem oplossen.

Personne ne peut résoudre ce problème.

Kunnen jullie het raadsel oplossen?

- Pouvez-vous résoudre cette énigme ?
- Pouvez-vous résoudre l'énigme, les mecs ?

Kunnen jullie dat raadsel oplossen?

Pouvez-vous résoudre cette énigme ?

Kun je dit probleem oplossen?

Pouvez-vous résoudre ce problème ?

Iedereen kan dergelijk probleem oplossen.

Tout le monde peut résoudre un tel problème.

Maar samenwerken kan het probleem oplossen.

Mais en travaillant ensemble, nous pouvons arranger cela.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Ça lui fut facile de résoudre le problème.

Heb je het probleem kunnen oplossen?

- Pourriez-vous résoudre le problème ?
- Pourrais-tu résoudre le problème ?

Elke student kan dit probleem oplossen.

N'importe quel étudiant peut résoudre ce problème.

Hoe ga je dit probleem oplossen?

Comment allez-vous résoudre ce problème ?

Hoe kan ik dit probleem oplossen?

Comment puis-je résoudre ce problème ?

Wij kunnen dit probleem niet oplossen.

On n'arrive pas à régler ce problème.

Zou u het probleem kunnen oplossen?

Pourriez-vous résoudre le problème ?

We moeten dit probleem onmiddellijk oplossen.

Il nous faut régler ce problème sans tarder.

Je moet je problemen zelf oplossen.

Tu dois résoudre tes problèmes toi-même.

- Geen enkele leerkracht kon het probleem oplossen.
- Niemand van de leerkrachten heeft het vraagstuk kunnen oplossen.

- Aucun des professeurs n'a pu résoudre le problème.
- Personne parmi les instituteurs n'a su régler le problème.

Maar we weten dat we dit moeten oplossen,

Mais nous savons toutes que nous devons déléguer

Niemand van zijn studenten kon het vraagstuk oplossen.

Aucun de ses étudiants ne pouvait résoudre le problème.

- Het zal niets oplossen.
- Dat lost niets op.

Ça ne résoudra pas quoi que ce soit.

Een vat verteringssap dat zijn prooi langzaam laat oplossen.

Une cuve de fluide digestif va dissoudre lentement sa proie.

Vandaag de dag kan men al deze problemen oplossen.

De nos jours, on peut résoudre tous ces problèmes.

Hoe ik ook probeerde, ik kon het probleem niet oplossen.

J'avais beau faire de mon mieux, je n'arrivais pas à résoudre le problème.

De nieuwe grondwet zal de problemen in Egypte niet oplossen.

La nouvelle constitution ne résoudra pas les problèmes de l'Égypte.

- Hij kon het probleem oplossen.
- Hij was in staat het probleem op te lossen.

- Il était capable de résoudre le problème.
- Il a pu résoudre le problème.

De eerste stap bij het oplossen van een probleem is te beseffen dat dit bestaat.

Le premier pas pour résoudre un problème consiste à reconnaître qu'il y en a un.

- Ik kan het probleem gemakkelijk oplossen.
- Het is gemakkelijk voor mij om het probleem op te lossen.

Il m'est facile de résoudre le problème.

- Ik hoop dat we dat kunnen oplossen.
- Ik hoop dat we dat kunnen rechtzetten.
- Ik hoop dat we dat kunnen regelen.

- J'espère qu'on peut arranger ça.
- J'espère que nous pouvons arranger ça.
- J'espère qu'on peut régler ça.
- J'espère que nous pouvons y remédier.

Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest van de wereld?

Il est clair que les Américains ne peuvent même pas résoudre leur propres problèmes. Comment peuvent-ils alors avoir la possibilité de penser être dans la capacité de gérer les problèmes du reste du monde ?