Translation of "Opeten" in French

0.003 sec.

Examples of using "Opeten" in a sentence and their french translations:

Hier opeten graag.

Pour ici, s'il vous plaît.

- We zullen het toch opeten.
- We zullen haar toch opeten.
- We zullen hem toch opeten.

Nous le mangerons quand même.

Kun je dit opeten?

C’est comestible ?

Ik wil het opeten.

- Je veux le manger.
- J'ai envie de le manger.

Ik zal mijn frambozen opeten.

Je mangerai mes framboises.

Je moet het niet opeten.

- Tu n'es pas obligé de la manger.
- Tu n'es pas obligé de le manger.
- Tu n'es pas obligée de la manger.

- Niet eten.
- Eet het niet op.
- Niet opeten.

Ne pas manger.

De kat was de muis aan het opeten.

- Le chat mangeait la souris.
- Le chat était en train de manger la souris.

- Hoe kan je dat eten?
- Hoe kan je dat opeten?
- Hoe kunt u dat eten?
- Hoe kunt u dat opeten?
- Hoe kunnen jullie dat eten?
- Hoe kunnen jullie dat opeten?

- Comment pouvez-vous manger cela ?
- Comment peux-tu manger ça ?

Ik heb zoveel honger dat ik een paard kon opeten.

J'ai si faim que je pourrais manger un cheval.

- Mag ik die sinaasappel eten?
- Mag ik die appelsien opeten?

Puis-je manger cette orange ?

- Hier opeten of meenemen?
- Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?

Sur place ou à emporter ?

Ik denk niet dat hij op me jaagde als in dat hij me wilde opeten voor lunch.

Je ne pense pas qu'on me chassait pour faire de moi son repas.

- Je kan het niet zomaar eten alleen omdat het voedzaam is.
- Je kan het niet zomaar opeten alleen omdat het voedzaam is.

Tu ne peux pas la manger seulement parce qu'elle est nourrissante.

Wanneer je kinderen klein zijn, dan zou je ze wel kunnen opeten. Wanneer ze groot zijn, heb je spijt dat je dat niet gedaan hebt.

Quand tes enfants sont petits, tu les mangerais. Quand ils grandissent, ils te font regretter de ne pas l'avoir fait.