Translation of "Geschenken" in French

- Ik accepteer geschenken.
- Ik aanvaard geschenken.
- Ik neem geschenken aan.

J'accepte les cadeaux.

- Ik accepteer geschenken.
- Ik neem geschenken aan.

J'accepte les cadeaux.

Ik accepteer geschenken.

J'accepte les cadeaux.

Ik heb enkele geschenken.

J'ai des cadeaux.

Vrouwen houden van geschenken.

Les femmes aiment les cadeaux.

U aanvaardt de geschenken niet.

Vous n'acceptez pas les cadeaux.

Deze geschenken zijn voor jou.

- Ces cadeaux sont pour toi.
- Ces cadeaux sont pour vous.

- Dat zijn cadeaus.
- Dat zijn geschenken.

Ce sont des cadeaux.

Ik heb de geschenken op zolder gelegd.

- J'ai mis les cadeaux dans le grenier.
- J'ai mis les cadeaux dans la pièce qui est sous le toit.

Hij geeft altijd geschenken aan zijn vrouw.

Il n'arrête pas d'offrir des cadeaux à sa femme.

- Ik geef graag geschenken.
- Ik geef graag cadeaus.

- J'aime donner des cadeaux.
- J'aime offrir des cadeaux.

Tom en Maria wisselen elke Kerstmis geschenken uit.

Tom et Marie s'échangent des cadeaux à chaque Noël.

- Ik geef liever cadeaus dan dat ik ze ontvang.
- Ik geef liever geschenken dan dat ik ze ontvang.

Je préfère donner des cadeaux que de les recevoir.