Translation of "Sleutel" in Finnish

0.016 sec.

Examples of using "Sleutel" in a sentence and their finnish translations:

- Dit is uw sleutel.
- Dit is jouw sleutel.
- Dit is jullie sleutel.
- Dit is je sleutel.

- Tämä on sinun avaimesi.
- Tää on sun avain.

- Ik ben mijn sleutel verloren.
- Ik ben mijn sleutel kwijtgeraakt.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

- Hukkasin avaimeni.
- Hävitin avaimeni.

- Ik ben de sleutel kwijt.
- Ik heb de sleutel verloren.
- Ik ben de sleutel verloren.

Olen hävittänyt avaimen.

- Ik ben mijn sleutel kwijtgeraakt.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

Olen kadottanut avaimeni.

- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

- Olen hävittänyt avaimeni.
- Olen kadottanut avaimeni.

Hier is mijn sleutel.

- Tässä on minun avaimeni.
- Täs on mun avain.

Dit is jullie sleutel.

Tässä avaimenne.

Ik heb de sleutel gevonden.

- Löysin avaimen.
- Avain löytyi.

Hij zocht naar de sleutel.

Hän etsi avainta.

Tom gaf me zijn sleutel.

Tom antoi minulle avaimensa.

Speel niet met de sleutel.

Älä leiki sillä avaimella!

"Wat is er aan de hand?" "De sleutel is verdwenen." "Welke sleutel?" "De fietssleutel."

”Mitä nyt?” ”Avain on hukassa.” ”Mikä avain?” ”Polkupyörän.”

Weet je waar mijn sleutel is?

- Et sattus tietämää mis mun avaimet o?
- Tieksä mis mu avaimet o?

Ik ben mijn sleutel aan het zoeken.

Etsin avaintani.

Hij stak de sleutel in het slot.

Hän asetti avaimen lukkoon.

Heeft Tom een sleutel van Mary's woning?

Onko Tomilla avain Maryn huoneistoon?

Heb je de sleutel aan Tom gegeven?

Annoitko avaimen Tomille?

John haalde een sleutel uit zijn zak.

Joni otti taskustaan avaimen.

Met een sleutel om hem meteen te legen.

Ne tyhjennettäisiin avaimella.

Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?

En saa ovea auki. Onko sinulla avain?