Translation of "Watermeloen" in English

0.010 sec.

Examples of using "Watermeloen" in a sentence and their english translations:

- Sami heeft een watermeloen gekocht.
- Sami kocht een watermeloen.

Sami bought a watermelon.

- Heb je een watermeloen gekocht?
- Heeft u een watermeloen gekocht?
- Hebben jullie een watermeloen gekocht?

Have you bought a watermelon?

Mary draagt een watermeloen.

Mary is carrying a watermelon.

Ik hou van watermeloen.

I like watermelon.

Ik eet graag watermeloen.

I like to eat watermelon.

Heb je een watermeloen gekocht?

Have you bought a watermelon?

Een watermeloen zit vol water.

A watermelon is full of water.

Laten we een watermeloen eten!

Let's eat a watermelon!

Laten we een watermeloen kopen.

Let's buy a watermelon.

Ik heb de watermeloen gesneden.

I sliced the watermelon.

Kraaien houden van onze watermeloen.

Crows love our watermelon.

Tom wilde nog een stukje watermeloen.

Tom wanted another piece of watermelon.

Laten we een halve watermeloen kopen.

Let's buy half a watermelon.

- Ik hou van de smaak van watermeloen.
- Ik hou erg van de smaak van watermeloen.

I love the taste of watermelon.

Ik hou van de smaak van watermeloen.

I love the taste of watermelon.

Watermeloen smaakt heerlijk op een hete dag.

Watermelon tastes delicious on a hot day.

Een komkommer is verwant aan een watermeloen.

A cucumber is related to a watermelon.

In de hotelkamer lag een watermeloen op tafel.

In the hotel room there was a watermelon on the table.

Ik heb nog nooit zo'n gigantische watermeloen gezien!

I've never seen such a giant watermelon!

Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een gebouw van vijf verdiepingen.

Tomorrow I'm going to throw a watermelon off the roof of a five-story building just for the hell of it.