Translation of "Draagt" in English

0.011 sec.

Examples of using "Draagt" in a sentence and their english translations:

- Ze draagt een panty.
- Ze draagt kousen.

She's wearing tights.

- Tom draagt lederen shorts.
- Tom draagt leren shorts.

- Tom is wearing leather shorts.
- Tom's wearing leather shorts.

Hij draagt schoenen, maar hij draagt geen sokken.

He wears shoes but wears no socks.

- Tom draagt een piratenpak.
- Tom draagt ​​een piratenkostuum.

Tom is wearing a pirate costume.

Tom draagt bretels.

Tom is wearing suspenders.

Hij draagt handschoenen.

He is wearing gloves.

Ze draagt ​​rood.

She's wearing red.

Ze draagt vlechten.

She wears braids.

Draagt Tom laarzen?

Does Tom wear boots?

Tom draagt ​​laarzen.

Tom is wearing boots.

Tom draagt ​​zwart.

Tom is wearing black.

Draagt u parfum?

Are you wearing perfume?

- Je draagt jouw sokken binnenstebuiten.
- U draagt uw sokken binnenstebuiten.
- Jullie draagt jullie sokken binnenstebuiten.

- You are wearing your socks inside out.
- You're wearing your socks inside out.

- De jongen draagt een bril.
- Het jongetje draagt een bril.

The boy is wearing glasses.

- Ze draagt een dure ring.
- Ze draagt een waardevolle ring.

She is wearing a valuable ring.

- Tom draagt ​​een oranje shirt.
- Tom draagt een oranje overhemd.

Tom is wearing an orange shirt.

Ze draagt een broche.

She is wearing a brooch.

Ze draagt een hoed.

- She's wearing a hat.
- She is wearing a hat.

Hij draagt een bril.

- He is wearing glasses.
- He wears glasses.

Tom draagt nooit rood.

Tom never wears red.

Ze draagt mooie kleren.

She wears beautiful clothes.

Mary draagt een watermeloen.

Mary is carrying a watermelon.

Tom draagt een hoed.

- Tom is wearing a hat.
- Tom has a hat on.

Maria draagt geen bh.

Mary is not wearing a bra.

Maria draagt een boerka.

Maria is wearing a burqa.

Hij draagt een hoed.

- He has a hat on.
- He is wearing a hat.
- He's wearing a hat.

Hij draagt een kilt.

He's wearing a kilt.

Zij draagt geen string.

She doesn't wear thongs.

Tom draagt leren shorts.

Tom is wearing leather shorts.

Tom draagt geen sokken.

Tom isn't wearing socks.

Tom draagt eenvoudige kleren.

Tom wears simple clothes.

Tom draagt zijden stropdassen.

Tom wears silk neckties.

Hij draagt een zonnebril.

- He is wearing sunglasses.
- He's wearing sunglasses.

Tom draagt ​​een bril.

Tom wears glasses.

Tom draagt nieuwe schoenen.

Tom is wearing new shoes.

Tom draagt ​​nooit roze.

Tom never wears pink.

Tom draagt ​​een piratenkostuum.

Tom is wearing a pirate costume.

Hij draagt de verantwoordelijkheid.

He is responsible for it.

Ze draagt ​​nooit groen.

She never wears green.

Tom draagt witte sokken.

Tom is wearing white socks.

Tom draagt een pruik.

- Tom is wearing a wig.
- Tom wears a wig.

Tom draagt een ring.

Tom wears a ring.

Draagt u een uniform?

Do you wear a uniform?

Tom draagt een labjas.

Tom is wearing a lab coat.

Tom draagt vaak sandalen.

Tom often wears sandals.

Sammy draagt zijn ring.

Sami is wearing his ring.

Layla draagt een hijaab.

- Layla wears the hijab.
- Layla is wearing hijab.

Sami draagt een tulband.

Sami wears a turban.

Maria draagt nooit oorbellen.

Mary never wears earrings.

Zij draagt ​​een bril.

She wears glasses.

Tom draagt ​​vaak laarzen.

Tom often wears boots.

Hij draagt een badpak.

He's wearing a bathing suit.

Ze draagt hoge hakken.

She's wearing high heels.

Het is niet belangrijk wat je draagt, maar hoe je het draagt.

It's not what you wear, it's how you wear it.

- De prinses draagt ​​een gouden diadeem.
- De prinses draagt ​​een gouden tiara.

The princess is wearing a gold tiara.

Ze draagt een blauwe jurk.

- She is wearing a blue dress.
- She's wearing a blue dress.

Hiromi draagt een nieuwe jurk.

Hiromi wears a new dress.

Waarom draagt ge geen contactlenzen?

How about wearing contact lenses?

Ze draagt een dure halsketting.

She is wearing an expensive necklace.

Hij draagt altijd blauwe hemden.

He always wears blue shirts.

De jongen draagt een bril.

The boy is wearing glasses.

De politieagent draagt een gasmasker.

The policeman is wearing a gas mask.

Mary draagt een plastic jurk.

Mary is wearing a plastic dress.

Je draagt je overhemd binnenstebuiten.

- You are wearing your shirt inside out.
- You're wearing your shirt inside out.