Translation of "Aan het" in Chinese

- Het is weer aan het regenen.
- Het is weer aan het regenen!

又下雨了！

Ze zijn aan het lunchen.

他们在吃午饭。

Tom was aan het huilen.

汤姆当时在哭。

Ik ben aan het vertalen.

我在翻译。

Ik ben aan het dutten.

我现在小憩一下。

Ik ben aan het dromen.

我正在幻想。

Ik ben aan het bloeden.

我在流血。

Zij zijn aan het kijken.

他们在看。

Ze zijn aan het praten.

他們在說話。

Ben je aan het studeren?

你在讀書嗎？

Sla rechtsaf aan het kruispunt.

在十字路口右转。

Moeder is aan het winkelen.

母親去了逛街。

Men is aan het onderzoeken.

調查正在進行中。

Iets is aan het veranderen.

有些東西在變化。

Tom was aan het snikken.

汤姆在啜泣。

Tom is aan het aarzelen.

汤姆很不情愿。

Ze is aan het lopen.

她在行走。

We zijn aan het lunchen.

我們在吃午餐。

Hij is aan het studeren.

- 他在讀書。
- 他在读书。

Maar nu aan het werk!

現在讓我們開始工作。

Hij is aan het dagdromen.

他在做白日梦。

Ik ben aan het lunchen.

我在吃午餐。

Tom is aan het snurken.

湯姆在打呼。

Hij is aan het eten.

他在吃饭。

Ze zijn aan het kletsen.

他們正在聊天。

- Iemand is aan het eten.
- Er is iemand aan het eten.
- Iemand eet.

有人在吃东西。

- Ik ben nu piano aan het spelen.
- Ik ben piano aan het spelen.

我現在正在彈鋼琴。

- Huil je?
- Ben je aan het huilen?
- Bent u aan het huilen?
- Huilt u?

你在哭嗎？

- Ze eet.
- Hij is aan het eten.
- Ze is aan het eten.
- Hij eet.

- 他在吃饭。
- 他吃。
- 她吃。

Toen Tom wakker werd, was Maria aan het bureau een boek aan het lezen.

汤姆醒来的时候看到玛丽在书桌前看一本书。

Hoe geraak ik aan het commissariaat?

- 請問警察局怎麼走？
- 我怎么去警察局？

Wat ben je aan het doen?

你的職業是什麼?

De hond is aan het sterven.

這隻狗快要死了。

Hij is golf aan het spelen.

他正在打高爾夫球。

Wat zijn jullie aan het doen?

你们做什么？

Ze was thee aan het maken.

她正在泡茶。

Mijn vriend is aan het huilen.

我的男朋友在哭。

Wat ben je aan het schrijven?

- 你们在写什么？
- 你在寫什麼？

De kinderen waren aan het vliegeren.

孩子們在放風箏。

Wat is Ken aan het doen?

肯恩现在在做什么？

Hij is altijd aan het leren.

他總是在讀書。

Hij is buiten aan het wandelen.

他出去散步。

Hij nam deel aan het debat.

他参加辩论

Ze was thee aan het zetten.

她正在泡茶。

Tom is Frans aan het spreken.

汤姆在说法语。

Waarom ben ik aan het huilen?

为什么我在哭？

Ik was melk aan het drinken.

我刚才在喝牛奶。

De vrouw is aan het lezen.

那個婦女在看書。

Wat is ze aan het doen?

她在做什麼？

Ik ben voortdurend aan het studeren.

我从早学到晚。

Wat ben je aan het zoeken?

你们在找什么？

Waarom ben je aan het huilen?

- 你为什么哭？
- 你為什麼哭？

Wat zijn jullie aan het lezen?

你在看什么？

Oh, het is aan het sneeuwen!

哇，下雪了！

Wat zijn jullie aan het zoeken?

你们在找什么？

Het Gronings is aan het uitsterven.

格罗宁根方言快消亡了。

- Ze is nu een brief aan het schrijven.
- Ze is een brief aan het schrijven.

她正在写信。

- Maria rende.
- Maria was aan het rennen.

瑪麗跑了。

Met wie was je aan het praten?

你和谁说话呢？

Ze zijn met elkaar aan het praten.

他们在互相交谈。

Ik ben de krant aan het lezen.

我正在读报纸。

- Hij studeert.
- Hij is aan het studeren.

- 他在讀書。
- 他在读书。

- Het regent.
- Het is aan het regenen.

- 下雨了。
- 在下雨。

- Het regende.
- Het was aan het regenen.

下了雨。

Wat was je vanochtend aan het doen?

今天早上你在做什么？

- Tom lacht.
- Tom is aan het lachen.

汤姆在笑。

- Tom liegt.
- Tom is aan het liegen.

汤姆在撒谎。

- Tom stottert.
- Tom is aan het stotteren.

Tom在結巴。

- Hij is aan het eten.
- Hij eet.

他在吃饭。

- Ze eet.
- Ze is aan het eten.

她吃。

- Ik ben aan het eten.
- Ik eet.

我在吃饭。

- We zijn aan het daten.
- Wij daten.

我们拍拖。

- Tom grijnst.
- Tom is aan het grijnzen.

汤姆露齿而笑。

Mijn vrouw is nu aan het koken.

我妻子正在做饭。

Ik ben alleen maar aan het kijken.

我只是隨便看看。

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

- 下雪了。
- 正在下雪。

Ik nam geen deel aan het gesprek.

我没有参与对话。

Ik ben nu piano aan het spelen.

我現在正在彈鋼琴。

- Hij leest.
- Hij is aan het lezen.

他在看书。

Millie is een appel aan het eten.

米莉在吃一个苹果。

Ik ben naar muziek aan het luisteren.

我正在听音乐。

- Slaapt ze?
- Is ze aan het slapen?

她在睡觉吗？

- Iedereen lacht.
- Iedereen is aan het lachen.

每個人都在笑。

Omdat zij teevee aan het kijken zijn.

因为他们在看电视。

- Tom zwemt.
- Tom is aan het zwemmen.

汤姆在游泳。