Examples of using "شكرا" in a sentence and their dutch translations:
- Bedankt!
- Dank u.
- Bedankt.
Heel erg bedankt.
- "Alsjeblieft." "Dank je wel."
- "Hier, alsjeblieft." "Dank je wel."
Bedankt voor je cadeau.
Bedankt voor het advies.
Bedankt voor je hulp, Tom.
Bedankt voor het drankje.
Nogmaals bedankt.
Bedankt voor uw eerlijkheid.
Bedankt, Jim.
Bedankt jongens.
Dank u.
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.
Heel erg bedankt voor de uitnodiging.
- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."
- Bedankt dat u me zien wilt.
- Bedankt om me te willen zien.
- Fijn dat u even tijd had.
- Fijn dat je even tijd had.
- Fijn dat je me wil ontvangen.
(Op toneel) SJ: Dank je, Marissa Roberto, dat waardeer ik.