Examples of using "York'ta" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in New York.
John woont in New York.
We wonen in New York.
Mijn tante woont in New York.
Hoe is het weer in New York?
Mijn oom woont in New York.
John woont in New York.
Ik zou graag in New York willen wonen.
John woont in New York.
Wat staat je te wachten in New York?
Vorig jaar woonde ik in New York.
Hoe lang blijft u in New York?
Wat is de plaatselijke tijd in New York?
Veel beroemde artiesten wonen in New York.
Tom woont al in New York sinds hij klein was.
- Het nachtleven is beter in New York.
- Het uitgaansleven is beter in New York.
Dat verhaal doet me denken aan de persoon die ik in New York heb ontmoet.
Ik heb een zoon en een dochter. De ene is in New York, en de andere in Londen.
Harold Godwinson marcheerde heel snel naar York, en bleef door York marcheren, en