Examples of using "Güvenemem" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan je niet vertrouwen.
Ik kan hem niet vertrouwen.
Ik kan hem niet langer vertrouwen.
Ik kan hem niet langer vertrouwen.
Ik kan Tom met mijn auto niet vertrouwen.
Als de wereld niet was zoals ze is, zou ik iedereen kunnen vertrouwen.