Examples of using "Evliyim" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.
Ik ben getrouwd.
- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.
Ja, ik ben getrouwd.
Ik ben getrouwd met Lori.
Ik ben gehuwd en heb twee zonen.
Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.