Examples of using "Evler" in a sentence and their dutch translations:
Springkastelen.
We bouwen huisjes...
Die huizen zijn groot.
Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud.
Er staan mooie huizen in deze buurt.
Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud.
Nee, de huizen in mijn dorp zijn niet hoog, maar de tuinen zijn groot.
Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.