Examples of using "Buçuk" in a sentence and their dutch translations:
- Het is 8:30.
- Het is half negen.
- Het is een uur dertig.
- Het is half twee.
Het is half negen.
Het is half vier.
Ik leef dus met anderhalve long.
Het is net half acht.
Het is precies half negen.
Is het nog maar acht uur dertig?
Tom is anderhalf jaar geleden overleden.
maar het wrak is nog zo'n vijf kilometer naar het oosten.
- De dichtsbijzijnde ster bevindt zich op ongeveer vierenhalf lichtjaar van de aarde.
- De dichtsbijzijnde ster bevindt zich op ongeveer vier en een half lichtjaar van de aarde.
Het is half vier.
De mond van het luipaard was net naast, misschien een paar cm... ...naast mijn rechter oor.
Vier meter van deze stof kost negen frank; dus twee meter kost vier en een halve frank.