Examples of using "Bileti" in a sentence and their dutch translations:
Vergeet het kaartje niet.
Waar heeft u het ticket gekocht?
Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.
Heb je een retourkaartje gekocht?
Heb je een retourkaartje gekocht?
Ik wil morgen een vliegticket kopen.
Het concertticket kost meer dan het bioscoopticket.
Ik wil graag een eersteklaskaartje.
Wanneer hebben ze je het concertkaartje gegeven?