Examples of using "Adada" in a sentence and their dutch translations:
Je kan niet op dat eiland wonen.
Het is onmogelijk op dat eiland te wonen.
Hoelang heb je op het eiland gewoond?
Er zijn veel rivieren op dat eiland.
In april waren er niet veel vakantiegangers op het eiland.
Er was eens een oude vrouw op een eilandje.
Er was eens een oude koning die op een klein eiland woonde.