Examples of using "Visitó" in a sentence and their dutch translations:
De paus bezocht Brazilië.
Mijn tante kwam bij ons langs.
Ze heeft mij gisteren een bezoek gebracht.
Perry bezocht Uraga in 1853.
Ze bezocht niemand.
De koningin bezocht het museum.
Hij heeft driemaal Frankrijk bezocht.
Hij bezocht China in 1998.
Hij bezocht Kyoto vorig jaar.
Hij heeft veel landen in Azië bezocht.
De politieagent bezocht alle huizen.
Ze heeft gisteren haar tante bezocht.
Tom bezocht Maria in Boston.
Een jaar later bezocht hij de Sovjet-Unie.
Oom George bezocht ons nooit zonder een of ander cadeau.
Prins Albert, een lid van de koninklijke familie, bezocht vorig jaar onze school.