Examples of using "Trenes" in a sentence and their dutch translations:
Hij houdt van treinen.
Hij houdt van treinen.
Elektrische peutertreinen.
Ik vind treinen leuk.
Er zijn niet zo veel treinen 's nachts.
Waar is het treinstation?
Ik hoop dat je treinen leuk vindt.
Het treinstation is dichtbij.
De treinen in Servië zijn verschrikkelijk langzaam.
In Servië zijn de treinen erg traag.
Treinen komen vaker dan bussen.
Ik nam een taxi naar het treinstation.
Ik bel je op wanneer ik bij het station aankom.
De treinstaking maakte mij helemaal niet uit.
Mijn huis staat in de buurt van het station.
die vastligt aan een paar treinwielen.
De treinen reden niet wegens de sneeuw.
Was je op weg naar het treinstation toen ik je zag?
Vanwege het onweer raakte de treindienstregeling in de war.
Waar is het treinstation?
Toen ik het treinstation verliet, zag ik een man.
Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.
Waar is het treinstation?
Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
De treinstaking maakte mij helemaal niet uit.
Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.
Waar is het treinstation?
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Ik raad je echter aan om de JR Narita Express te nemen (een trein vertrekt elke 30-60 minuten vanaf de luchthaven), om te voorkomen dat je moet overstappen.