Examples of using "Salón" in a sentence and their dutch translations:
De leerlingen zijn in het klaslokaal.
Het is geen klaslokaal.
Zij is mijn klasgenoot.
Er werd met hem gespot door zijn klasgenoten.
Tom heeft een vleugel in de woonkamer.
Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
Dat zijn mijn klasgenoten.
En tot hun grote verbazing ontdekten ze de plek van de ene enorme zaal na de andere.
Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.
Zijn grote zaal stond vlakbij Lejre, waar hij een beroemde groep kampioenen vermaakte.
Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.
- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.