Examples of using "Recomendar" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kan dat restaurant aanbevelen.
- Ik kan dit restaurant aanbevelen.
- Ik kan dat restaurant aanbevelen.
- Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Kunt u een goed toneelstuk aanbevelen?
Ik kan je dit boek aanbevelen.
- Kunt u mij een hotel aanbevelen?
- Kan u mij een hotel aanraden?
Welke vegetarische gerechten kan je aanbevelen?
Mag ik een ander hotel aanbevelen?
Kan je een goed restaurant aanbevelen?