Examples of using "Ponga" in a sentence and their dutch translations:
- Zet dat op papier.
- Zet dat zwart op wit.
- Schrijf het op.
- Leg het schriftelijk vast.
Steek alles in een taxi.
- Zet je kopje op het schoteltje.
- Zet uw kop op het schoteltje.
Zet dat niet op tafel.
Doe geen suiker in de koffie.
- Let alsjeblieft beter op in de toekomst.
- Wees alsjeblieft meer voorzichtig in de toekomst.
- Wees alsjeblieft voorzichtiger in de toekomst.
Wacht tot het stoplicht groen is.
- Leg alles in mijn mand.
- Leg alles in mijn korf.
Zodra ze haar 15 eieren heeft gelegd, moet ze terug naar waar ze begon.
Tom eet alles wat Maria op tafel zet.
We moeten voor zonsondergang nog zestien kilometer lopen.
Zet de radio een beetje harder.