Examples of using "Podrá" in a sentence and their dutch translations:
Wat kan het zijn?
Kan zijn verhaal waar zijn?
Ik weet niet wanneer hij kan komen.
Ik denk dat Tom kan helpen.
Tom zal in staat zijn om je vraag te beantwoorden.
Ik vroeg me af of iemand iets onder water kon volgen.
- Hij kan het binnen drie uur halen.
- Hij kan het in drie uur doen.
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning.
Denk je echt dat Tom in staat is Maria te helpen?
Tom komt over vijf jaar in aanmerking voor vervroegde vrijlating.
Alles wat je zegt kan en zal tegen je gebruikt worden.
kan en zal, geloof ik, uitmonden in deze derde weg
...en wint een kameelspin van een adelaar die net zo statig als dodelijk is?
Ik zie daar iets. Ik zie het glinsteren. Het probleem is dat de helikopter niet zal kunnen landen.
- Hij zal het werk niet kunnen doen.
- Hij zal het werk niet aankunnen.
Ik denk dat Tom in staat is het probleem op te lossen.