Examples of using "Perú" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in Peru.
Gaat hij morgen niet naar Peru?
Hij vertrekt morgen naar Peru, nietwaar?
Volgens de krant was er een aardbeving in Peru.
Ze bouwden hun rijk ongeveer vijfhonderd jaar geleden in Peru.
Het grootste meer van Zuid-Amerika, het Titicacameer, ligt in Peru.
- Peru is, na Brazilië en Argentinië, het derde grootste land van Zuid-Amerika.
- Peru is na Brazilië en Argentinië het op twee na grootste land in Zuid-Amerika.