Examples of using "Pantalones" in a sentence and their dutch translations:
Wat hebben jullie met mijn broek gedaan?
Mijn broek is nat.
Dat is mijn broek.
Hij droeg een rode broek.
- Je broek is vuil.
- Je pantalon is vuil.
Hoeveel kost die broek?
Dat is mijn broek.
Waar is mijn broek?
Kan ik deze broek passen?
Hij deed een propere broek aan.
- Hij had een rode broek aan.
- Hij droeg een rode broek.
Wat hebben jullie met mijn broek gedaan?
of een broek in ribfluweel
Deze broek staat mij goed.
Ik heb twee broeken gekocht.
Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.
Toen ik klein was had ik enkel lange broeken aan.
- Tom draagt lederen shorts.
- Tom draagt leren shorts.
Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.
- Herpak jezelf!
- Herpak uzelf!
- Wees een vent!
- Wees een man!
Zonder broek ziet de generaal er minder indrukwekkend uit.
- O jee, mijn witte broek! Hij was nieuw.
- Oei, mijn witte broek! Ze was nieuw.
- Deze broek is van duurzame stof gemaakt.
- Deze broek is uit duurzame stof vervaardigd.
Toen ik klein was had ik enkel lange broeken aan.
Ik draag gewoonlijk een jeans op zondag.
Zij heeft in dat huis de broek aan.
Ik denk dat ik in mijn broek ga schijten.