Examples of using "Mantequilla" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb meer boter nodig.
- Ik eet boter.
- Ik ben boter aan het eten.
- De boter ruikt goed.
- De boter ruikt lekker.
Boter is zacht.
Boter wordt gemaakt van melk.
Boter is zacht.
Hij heeft boter en kaas.
De boter, alsjeblieft.
Boter wordt gemaakt van melk.
Je moet melk, eieren, boter enzovoorts kopen.
- Waar wordt boter van gemaakt?
- Waar is boter van gemaakt?
Een beetje brood en boter.
Ik heb alleen maar boter in de koelkast.
Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.
Ik at niets anders dan brood en boter.
Ze gebruikte margarine in plaats van boter.
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Hij houdt van brood en boter.
Kaas en boter zijn melkproducten.
Hoeveel calorieën zitten er in 100 gram boter?
Seth at chocolade en ik pindakaas.
Kaas en boter zijn melkproducten.
Ellende leert brood eten zonder boter.
Hij houdt van brood en boter.
Boter wordt van room gemaakt.
Boter, brood en groene kaas; wie dat niet zeggen kan, is geen oprechte Fries.