Translation of "Hueso" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Hueso" in a sentence and their dutch translations:

Le dio un hueso al perro.

Hij gaf de hond een bot.

Eres un hueso duro de roer.

Je bent een harde noot om te kraken.

Los dos perros peleaban por el hueso.

De twee honden vochten voor het been.

Él es un hombre de carne y hueso.

Hij is een man van vlees en bloed.

Me rompí el hueso astrágalo jugando al fútbol.

Ik heb mijn sprongbeen gebroken tijdens het voetballen.

Él tuvo un accidente y se fracturó un hueso.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Se sentía como si me inyectaran agua hirviendo al hueso.

Soms voelde het alsof er kokend water in mijn bot was geïnjecteerd.

El perro estaba ocupado enterrando su hueso en el jardín.

De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.

Y me mordió fuertemente en los tríceps y llegó hasta el hueso, de hecho.

...en hij had mijn triceps flink te pakken. En hij beet door het bot heen.

Aserrín, aserrán, los maderos de San Juan, piden pan, no les dan, piden queso les dan hueso y les cortan el pescuezo.

- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.

- Aserrín, aserrán, los maderos de San Juan, piden pan, no les dan, piden queso les dan hueso y les cortan el pescuezo.
- Una, Dola, trela, cuatrola, quina, quinete, estaba la reina en su gabinete. Vino Gil, apagó el candil, candil, candilón, cuenta las veinte que las veinte son.
- Una, dole, tele, catole, quile, quilete, estaba la reina en su gabinete, vino Gil, apagó el candil, candil, candilón, civil y ladrón.

- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.