Translation of "Escribes" in Dutch

¿Qué escribes?

Wat schrijf je?

Tú escribes.

- Jij schrijft.
- Je schrijft.
- Jullie schrijven.
- U schrijft.

¿Cuándo escribes?

Wanneer schrijf je?

¿Dónde escribes?

Waar schrijf je?

- Estás escribiendo.
- Tú escribes.

- Jij schrijft.
- Je schrijft.

¿Por qué no escribes en Berber?

- Waarom schrijf je het niet in het Berbers?
- Waarom schrijft u het niet in het Berbers?

- ¿Escribís en francés?
- ¿Escribes en francés?

Schrijf je in het Frans?

Así es: tú escribes tu propia historia.

Inderdaad: je schrijft zelf het draaiboek van je leven.

- ¿Usted cuándo escribe?
- ¿Cuándo escribes?
- ¿Cuándo escribís?

Wanneer schrijf je?

- ¿Usted dónde escribe?
- ¿Dónde escribe usted?
- ¿Dónde escribes?

Waar schrijft u?

La lengua crea la consciencia, ¡así que ten cuidado con lo que escribes o traduces aquí!

De taal maakt een geweten, dus let op wat ge hier schrijft of vertaalt!

- Si vos escribís tan bien, ¿por qué no ganás dinero con eso?
- Si tú escribes tan bien, ¿por qué no ganas dinero con ello?

Als je zo goed schrijft, waarom verdien je er dan geen geld mee?