Examples of using "Camiseta" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb mijn T-shirt gewassen.
Hij wast zijn T-shirt.
Welke T-shirt is rood?
Je draagt je T-shirt binnenstebuiten.
- Een van de spelers heeft zijn shirt uitgetrokken.
- Een van de spelers heeft haar shirt uitgetrokken.
- Een van de speelsters heeft haar shirt uitgetrokken.
Wat? Dit T-shirt kost drieduizend yen? Dat is afzetterij!
- Ik heb mijn T-shirt gewassen.
- Ik waste mijn T-shirt.
Dit T-shirt is te klein voor mij.
Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.