Examples of using "Queda" in a sentence and their dutch translations:
Is er zout over?
- Is er nog zout?
- Is er zout over?
Is er nog bier?
Is er zout over?
Er is geen zout meer.
Er is niets meer om te eten.
Er is niets meer om te eten.
- Er blijft nog veel te doen.
- Er moet nog veel worden gedaan.
Er is geen zout meer.
Is er nog melk?
- Er is niets meer om te eten.
- Er is geen eten over.
Hebben we nog azijn?
Heb jij wat geld over?
Hoeveel melk is er over?
- Het kan niet anders.
- Er is geen keuze.
Wie blijft er?
Tom blijft.
Hebben jullie nog melk?
Hebben we nog bier over?
Waar is Damascus?
- Hoe kom ik bij het strand?
- Welke kant is het strand op?
Er blijft nog veel te doen.
Er is niets meer om te eten.
Door compleet stil te staan...
Er is bijna geen wijn meer.
Dat hangt van jouw beslissing af.
- Damacus bevindt zich in Syrië.
- Damacus ligt in Syrië.
Er is maar één alternatief.
Groen staat je goed.
Waar is het strand?
Ja, ik vind het prima.
Er is geen zout meer.
U staat onder arrest.
Japan ligt in Azië.
Ik weet niet waar het is.
Welke kant is het strand op?
Er is geen zout meer.
Waar is de ingang?
dat er een kind naar me staart.
Dus wat er overblijft voor mij,
Het lijkt erop dat er geen geld meer is.
Zwart staat je goed.
- Er moet nog veel gedaan worden.
- Er moet nog veel worden gedaan.
Frankrijk ligt in West-Europa.
Er is nog te veel te doen!
Deze jurk staat je goed.
Waar is de Russische ambassade?
Waar is de Spaanse ambassade?
Er is niets meer om te eten.
Deze kleding staat je goed.
Er is nog melk in de koelkast.
Die das zit je echt goed.
Heeft u nog kamers vrij?
Er zit geen water meer in de fles.
Er is geen toiletpapier.
Ik heb het gewist. Dat was het moeilijkste.
Omdat ze geen andere keuze hebben.
Er is geen zeep.
Er zit geen water meer in de fles.
Hoe ver zijn we van Hakata?
Er is maar een klein beetje melk over.
Er is geen vlees meer in de koelkast.
Is je school ver hiervandaan?
Er is geen keuze.
Hij blijft nooit lang.
- Ik vrees dat we er geen meer over hebben.
- Ik vrees dat we er geen meer overhebben.
Waar is het treinstation?
Deze hoed is te klein voor jou.
Er is geen wijn meer in die fles.
Kort haar staat hem beter.
Wie de schoen past, trekke hem aan.