Translation of "Acercó" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Acercó" in a sentence and their dutch translations:

Tom se acercó.

Tom naderde.

Sami se acercó.

Sami kwam dichterbij.

Tom se acercó a Mary.

Tom benaderde Maria.

Alguien se me acercó y dijo:

En er kwam iemand naar me toe en zei:

El mundo no me alejó, me acercó.

De wereld duwde mij niet van zich af ze trok me dichter naar zich toe.

- Llegó un zorro.
- Un zorro se acercó.

Een vos kwam langs.

Se acercó por un rincón y vio un cangrejo.

Ze gaat een hoek om en ziet een krab.

Un tiburón enorme que se le acercó de repente.

...geheugen gegrift staat is een enorme haai die haar opeens nadert.

Y un anciano blanco se acercó a mi y me dijo:

toen een oudere blanke man naar me toe kwam lopen en zei:

"Bertrand se acercó a mí y hablo francamente sobre mi libro."

'Bertrand kwam naar me toe en sprak openhartig over mijn boek. "

Ahora hijastra de Napoleón, lo que lo acercó a la futura familia imperial de Francia.

nu de stiefdochter van Napoleon, waardoor hij dichter bij de toekomstige keizerlijke familie van Frankrijk komt te staan.

Un día, cuando estaba cerca de la fuente, una mujer pobre se acercó preguntando por algo de beber.

Op een dag, toen ze bij die bron was, kwam een arme vrouw naar haar, en vroeg haar om haar te drinken te geven.