Examples of using "Blanco" in a sentence and their dutch translations:
Het is wit.
Is het wit?
Het was wit.
Dat paard is wit.
Zie je dat wit daar?
Witte haaien.
Ik zou graag witte chocolade willen.
Richten!
Hij heeft een witte kat.
Ze heeft een witte kat.
Hou je van witte wijn?
Witbrood, alstublieft.
Mijn hond is wit.
Ik heb een witte kat.
De zon is wit.
Dit potlood is wit.
De hond is wit.
Hij had grijs haar.
Het papier is wit.
Mijn slee is wit.
Dit paard is wit.
We hebben een witte kat.
- Mijn kater is wit.
- Mijn kat is wit.
Ze hebben het doelwit getroffen.
Mijn paard is wit.
Deze hond is wit.
Hij heeft een witte kat.
- Je bent zo wit als een laken.
- U bent zo bleek als een laken.
Wil je graag witte of rode wijn?
Ze droeg een wit kleed.
Ze verfde de muren wit.
- Hebt ge graag witte chokolade?
- Lust je witte chocola?
Ik vind die met de witte ceintuur leuk.
...en zoeken een ander doelwit.
Het is sneeuwwit.
Hou je van witte wijn?
Wil je graag witte of rode wijn?
Ze heeft de muur wit geverfd.
Het paard is niet wit.
Tom heeft een witte kat.
Ken heeft een witte hond.
Houden jullie van witte wijn?
Ge hebt het midden van de schietschijf geraakt.
Hebt ge graag witte chokolade?
Ze heeft een witte kat.
U bent zo bleek als een laken.
Ik zag een rode auto en een witte. De rode zag er mooier uit dan de witte.
De verpleegster is in het wit gekleed.
Een verpleegster kleedt zich in het wit.
Wil je graag witte of rode wijn?
Het huis is wit geverfd.