Examples of using "января" in a sentence and their dutch translations:
Op 25 januari zal hij terugkomen.
- Vandaag is het twee januari.
- Vandaag is het de tweede januari.
Op 25 januari zal hij terugkomen.
We wonen hier sinds januari.
Op 25 januari zal hij terugkomen.
Galileo stierf op 8 januari 1642.
Van 5 tot 15 januari alsjeblieft.
Mensen die tussen januari en maart geboren zijn, graag hier verzamelen.
Waar zal jij zijn op 1 januari 2016?
Van 5 tot 15 januari alstublieft.
Mensen die tussen januari en maart geboren zijn, graag hier verzamelen.
Ik moet mijn boeken van de bibliotheek terugbrengen voor 25 januari.