Examples of using "случился" in a sentence and their dutch translations:
Ik had een astma-aanval.
Ze had een verzakking van een tussenwervelschijf opgelopen
Ik had een miskraam vorig jaar.
Het incident deed zich voor om middernacht.
Hij heeft een infarct gehad.
Een vrouw had een hartaanval tijdens de vlucht.
Ik heb een hartaanval gehad.
- Vorig jaar heb ik een beroerte gehad.
- Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte.
Tom had vorig jaar een hartaanval.
Tom had vorig jaar een hartaanval.