Examples of using "ружьё" in a sentence and their dutch translations:
- Pak mijn geweer.
- Haal mijn geweer.
Wie heeft het wapen?
Ik heb geen geweer nodig.
Geef het wapen aan mij!
Heeft Tom altijd een geweer bij zich?
Het wapen is niet geladen.
Is dat wapen geladen?
Ik heb een pistool.
Had Tom een wapen?
Tom had een geweer.