Examples of using "принадлежат" in a sentence and their dutch translations:
- Dit spul is van hem.
- Deze zaken zijn van hem.
Al deze boeken zijn van mij.
Sommige van deze boeken zijn van mij.
Niet alle boeken op tafel zijn van mij.
Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.