Examples of using "книг" in a sentence and their dutch translations:
Ik kocht veel boeken.
Ik heb veel boeken gelezen.
Ik kocht veel boeken.
Hoeveel boeken hebben jullie?
- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.
Ik lees geen boeken.
Hoeveel boeken heb je gelezen?
Ik heb honderden boeken doorgenomen.
Ze hebben weinig boeken.
Hoeveel boeken heb je gelezen?
Ik kocht veel boeken.
Er liggen enkele boeken op tafel.
Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?
Mijn vader heeft veel boeken.
Hij heeft te veel boeken.
We hebben een ruime keuze aan boeken.
Hoeveel boeken bezit je?
Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?
Hij had tientallen boeken.
Ik heb veel boeken nodig.
Ik heb veel boeken.
Hij heeft een hoop boeken.
Ik kocht veel boeken.
Ze heeft meer boeken.
Ik heb weinig boeken.
Hoeveel boeken heeft hij?
Ze hebben weinig boeken.
Jij hebt veel boeken.
- Het is belangrijk veel boeken te lezen.
- Het is belangrijk om veel boeken te lezen.
Ze heeft verschillende boeken geschreven.
Ik heb honderden boeken gelezen.
Ik lees veel boeken.
Tom heeft veel boeken geschreven.
Jullie hebben veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Je hebt een hoop boeken.
Jullie hebben weinig boeken.
Ze heeft tweeduizend boeken.
Ze heeft ongeveer 2000 boeken.
Hoeveel boeken leest ge per maand?
Tom heeft veel Franse boeken.
Ik heb enkele boeken besteld uit Londen.
- Hoeveel boeken lees je per maand?
- Hoeveel boeken leest ge per maand?
Hij heeft niet meer dan honderd boeken.
Er zaten veel boeken in die doos.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.
Er staan niet veel boeken op deze planken.
Ken heeft niet meer dan tien boeken.
Ze heeft tweeduizend boeken.
Mijn vader heeft veel boeken.
Ik heb hem een paar boeken gegeven.
Ik bezit maar 10 boeken.
- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.
Er zijn veel boeken in mijn kamer.
- Ik heb enkele boeken.
- Ik heb een paar boeken.
Hij heeft te veel boeken.
Tom heeft veel Franse boeken gelezen.
Ik heb maar een paar boeken.
- Op de tafel liggen enkele boeken.
- Er liggen enkele boeken op tafel.
Kinderen lezen geen boeken meer.
Hij heeft veel geschiedenisboeken.
Ik heb maar tien boeken.
We hebben een ruime keuze aan boeken.
Tom heeft drieduizend boeken.
Tom heeft verscheidene kookboeken geschreven.