Examples of using "придут" in a sentence and their dutch translations:
- Ze gaan komen.
- Zij gaan komen.
Komen ze?
Komen zij ook?
Wanneer komen ze?
Ik hoop dat ze komen.
Ze komen niet vandaag.
Komen zij ook?
Wanneer komen ze?
We hopen dat veel van jullie zullen komen.
Misschien komen ze, misschien komen ze niet.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Ze zei dat steden, mensen, architectuur zullen komen en gaan,
Tom en Maria zouden zeker eerder gekomen zijn als je hen erom had gevraagd.
en knorrend, maar wat het betekent is 'mijn zoons zullen komen, en wat ze je aandoen
Morgen hebben we gasten.