Examples of using "познакомился" in a sentence and their dutch translations:
Heb je hem pas leren kennen?
- Ik leerde haar kennen toen ik student was.
- Ik heb hem leren kennen toen ik student was.
Heb je hem pas leren kennen?
Heb je hem pas leren kennen?
Ik heb Toms ouders ontmoet.
- Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Londen.
- Ik heb haar leren kennen in Londen.
- Ik ontmoette Tom in Australië.
- Ik heb Tom in Australië ontmoet.
Ik heb haar in Frankrijk leren kennen.
- Tom ontmoette Maria in Boston.
- Tom heeft Maria in Boston ontmoet.
Hij ontmoette de ouders van zijn vriendin.
Op weg naar huis leerde ik een hond kennen.
Ik leerde mijn vrouw kennen op een feestje.
Ik leerde hem drie jaar geleden kennen.
Ik heb Tom drie jaar geleden voor het eerst ontmoet.
Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.
Ik heb haar twee weken geleden leren kennen.
- Ik heb de president zelf ontmoet.
- Ik heb de president persoonlijk ontmoet.
En zo leerde mijn papa mijn mama kennen.
Ik heb Tom vorig jaar in Boston ontmoet.
Het meisje dat ik gistermiddag leerde kennen, vind ik erg leuk.
Ik heb hem leren kennen in Frankrijk.
Hoe heb je haar leren kennen?
Waar heb je Tom ontmoet?
Ik ontmoette een Amerikaans meisje.
Hoe heb je haar leren kennen?
Ik wil dat je mijn ouders ontmoet.