Examples of using "некурящих" in a sentence and their dutch translations:
Roker of niet-roker?
- Dit is een niet-rokencoupé.
- Hier is een niet-rokerscoupé.
Zijn er zitplaatsen voor niet-rokers?
Heeft u een ruimte voor niet-rokers?
In dit hotel zijn er enkel kamers voor niet-rokers.
- We zouden graag een tafel hebben in de hoek voor niet-rokers.
- We zouden graag een tafel krijgen in de niet-rokershoek.