Examples of using "гостинице" in a sentence and their dutch translations:
Hij bleef in het hotel.
Ik ben in het hotel.
Ik woon in een hotel.
Het hotel is vol van buitenlanders.
We verbleven in een hotel bij het meer.
Hij en ik verbleven in het hotel.
- We overnachtten in een goedkoop hotel.
- We hebben in een goedkoop hotel overnacht.
We hebben in een goedkoop hotel overnacht.
Ze is nu in het hotel.
Ik wil graag een hotelreservering.
Dit hotel heeft een sportzaal en een zwembad.
Hij heeft enkele dagen in een hotel gelogeerd.
Ze is nu in het hotel.
Zitten we in hetzelfde hotel?
Tom was niet in het hotel.
Tom annuleerde zijn hotelreservatie.
Dit hotel heeft gratis wifi.
Een groot deel van de volgende dag bleef hij in het hotel en sprak met vrienden en supporters.
Ze is nu in het hotel.
Ze kan niet in dit hotel zijn, aangezien ze is teruggekeerd naar Canada.
Tom heeft nog nooit in een hotel verbleven.
In dit hotel zijn er enkel kamers voor niet-rokers.
Ik woon in dit hotel.
Tom annuleerde zijn hotelreservatie.