Examples of using "надеть" in a sentence and their dutch translations:
Helm op.
Je had beter je valhelm op kunnen doen.
Welk T-shirt zal ik aandoen?
Welke schoenen trek je aan?
Ik ga een ander hemd aandoen.
- Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
- Wat zou ik aandoen: een broek of een rok?
Tom kon zijn sokken niet aandoen.
Ik moet deze opdoen. Ik zal een hoop losse stenen tegenkomen.
- Ik dacht dat je jouw nieuwe kostuum ging dragen.
- Ik dacht dat je jouw nieuwe pak ging dragen.
Hij is gestopt om zijn schoenen aan te doen.
Tom stopte om zijn schoenen aan te trekken.
Ik had een condoom moeten gebruiken.